Waarschuwing
In verband met de roeras mag de inhoud van de
zaadbak alleen worden geroerd als de machine stil-
staat.
Kleine ronde zaden zaaien
Bij het zaaien van kleine, ronde zaden, zoals mosterd
en koolzaad, worden de schoepen zaairaderen ver-
vangen door nokkenzaairaderen met fijnzaadvingers.
De zaaihoeveelheid wordt hierdoor tot 1/9 geredu-
ceerd en tegelijk wordt verlies vermeden doordat de
zaden alleen door de nokken van het zaairad worden
meegevoerd.
De fijnzaadvingers plaatsen
De fijnzaadvingers worden op de nokkenraderen ge-
drukt. Als de zaaias wordt gedraaid, worden de fijn-
zaadvingers rond het nokkenrad getrokken. De fijn-
zaadvingers zijn zo gevormd dat ze op hun plaats
blijven. Zie figuur 4L.
De zaaias demonteren
Om de zaaias te kunnen demonteren dienen eerst de
beschermkappen bovenop de zaaihuizen te worden
verwijderd, deze kunnen worden losgemaakt door de
zwarte draaiknop voorop het zaaihuis los te draaien.
Neem de asverbindingen aan beide zijden van het
zaaihuis los.
Verwijder de veerpen aan de linkerkant van het zaai-
huis (bij het lager) en druk het lager opzij uit de lager-
houder.
Duw nu de zaaias helemaal naar rechts zodat het
lager aan de rechterkant uit de lagerhouder komt.
Neem nu de zaaias uit het zaaihuis. Zie figuur 4M.
De zaaias monteren
De zaaias moet rechtstandig met het zaairad de zaai-
huizen worden ingeschoven waarna vervolgens de
lagers weer in de lagerhuizen worden geschoven en
worden geborgd met de veerpennen. Ten slotte de
asverbinding herstellen en beschermkappen kunnen
worden teruggeplaatst.
Let op!
Wanneer er een zaaias met nokkenraderen en
fijnzaadvingers wordt gebruikt, dient de bodemklep op
stand 1 te worden gezet.
15
Figuur 4L.
De fijnzaadvingers monteren
Figuur 4M.
De zaaias demonteren
Figuur 4N.
Zaaias met fijnzaadvingers