Gebruik normale loodvrije benzine met een octaangehalte
van 87 of hoger. Maximaal 10% ethanol (E10) in brandstof.
Bij brandstoffen met meer dan 10% ethanol (zoals E15, E20
CZ
en E85) vervalt de garantie. Brandstoffen met meer dan 10%
ethanol zijn niet goedgekeurd voor gebruik en dergelijk niet-
toegestaan gebruik kan resulteren in een motorstoring en
kan brandgevaar opleveren.
Raadpleeg de motorhandleiding voor aanvullende vereisten
met betrekking tot de brandstofspecificaties.
DA
Filter brandstofverdampingssysteem
Deze maaiers hebben een filter voor het brandstofverdamp-
ingssysteem. Deze filter moet elke 100 uur of jaarlijks
worden gecontroleerd en vervangen, wat het eerst komt.
DE
Afbeelding 4-5
EN
ES
A
FR
A. Filter brandstofverdampingssysteem
IT
Motorolie en filter
NL
Wanneer de motor heeft gedraaid en de gebruiks-
temperatuur heeft bereikt, moet u de motor laten
afkoelen voordat u de olie ververst. De motor en
motorolie zijn zeer heet. Wees dus voorzichtig bij het
verversen van olie en draag geschikte beschermende
middelen om verbranding en blootstelling aan
PT
motorolie te voorkomen.
Controleer dagelijks de motorolie en na elke 4 uur gebruik.
Maaier moet op een vlak oppervlak staan bij het controleren
SV
REV A
Afbeelding 4-5
van de olie. Raadpleeg de handleiding en onderhoudsschema
van de motor voor de aanbevolen olie en capaciteit. Het
advies is om Hustler
motorolie te gebruiken.
®
Het initiële olie- en filteronderhoud moet tussen 5 en 10 uur
worden uitgevoerd. Daarna elke 40 – 60 uur of jaarlijks,
afhankelijk van wat het eerst plaatsvindt. De staat van de olie
moet vaak worden gecontroleerd en er kan frequenter onder-
houd nodig zijn voor apparaten die onder zware omstan-
digheden worden gebruikt. Gebruik altijd de door de
motorfabrikant aanbevolen viscositeit en API-classificatie
van de olie. Oliën die speciaal zijn geformuleerd voor luchtge-
koelde motoren en die zink bevatten, worden aanbevolen.
Bewaar de onderhoudsgegevens voor de garantie.
BELANGRIJK: Nadat de nieuwe oliefilter is geïnstalleerd,
opruimen geen olie die kan hebben gemorst op de motor
plaat en uitlaatsysteem.
De motorolie aftappen:
1. Zoek de olieaftapkraan rechts onder op de motor.
2. Pak de olieaftapslang die met de machine is meege-
leverd. Reinig de slang en verwijder eventueel vuil dat
de doorstroming van de motorolie zou kunnen belem-
.
meren
Afbeelding 4-6
3. Zet één uiteinde van de slang vast op het nippeltje van
de olieaftapkraan. Zorg dat de slang goed over de
kraan heen is geschoven. Afbeelding 4-6
4. Plaats het losse uiteinde van de slang naar voren en
naar beneden vóór de rechtertransmissie zodat de olie
kan wegstromen in een geschikte olieaftapbak.
5. Als de slang op zijn plaats zit, gebruik een moer- of
dopsleutel van 10 mm en draai de klep ongeveer vier-
maal linksom om deze te openen. Neem 10 minuten de
tijd om de motorolie goed te laten wegstromen.
6. Sluit de kraan nadat de olie is afgetapt door deze
rechtsom te draaien totdat deze volledig is gesloten.
7. Als de kraan gesloten is, kunt u voorzichtig de olieaf-
tapslang wegnemen en eventueel gemorste olie oprui-
men.
BELANGRIJK: Alle oliedruppen en -vlekken moeten van
de motorplaat, en het uitlaatsysteem, worden verwij-
derd vóór gebruik van de machine.
4-4
607855CE