Installatie
Installatie
Installatie
Installatie
5 5 5 5
Energievoorziening - netspanning
5.3 Energievoorziening
5.3
5.3
5.3
30 | 129
Energievoorziening - - - - net
Energievoorziening
Energievoorziening
Waarschuwing
Waarschuwing
Waarschuwing
Waarschuwing
Elektrische spanning!
Elektrische spanning!
Elektrische spanning!
Elektrische spanning!
Elektrische schok
Elektrische schok
Elektrische schok
Elektrische schok
Vergewis u ervan, alvorens de netspanning aan te sluiten, dat de
stroomvoorziening niet ingeschakeld is en dat die vergrendeld is om te
voorkomen dat die ingeschakeld wordt.
1. 1. 1. 1. Breng de voedingskabel (1) aan in de behuizing vanaf de rechterbovenkant.
Gebruik voedingskabel met een dwarsdoorsnede van 3*1,5 mm
3*2,5 mm
.
2
2. 2. 2. 2. Isoleer de voedingskabel (1) waar nodig en verbind die met de
netzekeringhouder (4).
3. 3. 3. 3. Zet de kabel vast met een kabelbandje.
3
5
1
Voedingskabel
2
Begrenzing van de elektriciteitsnetzone
3
Veiligheidszone (geen voltage van 230 V toegestaan)
4
Netzekeringhouder
5
Aardingsklem
netspanning
net
net
spanning
spanning
spanning
2
1
N
4
tot max.
2