Plaats van de gaatjes
De plaats waar er geperforeerd wordt is afhankelijk van de opties die u in het
printerstuurprogramma selecteert en van welke zijde van het papier als eerste wordt ingevoerd.
In het Windows-printerstuurprogramma wordt een afbeelding weergegeven waarin u kunt zien
waar de gaatjes worden gemaakt, gebaseerd op de geselecteerde afdrukstand en invoerrichting.
Zie ook:
Papier plaatsen
op pagina 3-8
Perforeren selecteren in het printerstuurprogramma
Een perforeeroptie selecteren voor een specifieke afdruktaak:
Besturingssysteem
Windows 98 SE,
Windows Me,
Windows 2000,
Windows XP,
Windows Server 2003
of Windows NT 4.x
Mac OS 9 of
Mac OS X, Versie 10.2
en hoger
Procedure
1.
Kies het tabblad Uitvoeropties.
2.
Selecteer het aantal gaatjes in de vervolgkeuzelijst Perforeren.
3.
Selecteer de uitvoerlade van de afwerkeenheid in de
vervolgkeuzelijst Papierbestemming.
1.
In het dialoogvenster Print selecteert u in de vervolgkeuzelijst
Afwerkopties.
2.
Selecteer het aantal gaatjes via Perforeren.
3.
Selecteer de uitvoerlade van de afwerkeenheid in de
vervolgkeuzelijst Papierbestemming.
Phaser® 7400-kleurenprinter
3-57
Uitvoeropties selecteren