5.11 Drukbesproeiing in- resp. uitschakelen
Afb. 75
Afb. 76
BW 100 AD-5 / BW 120 AD-5 / BW 100 AC-5 / BW 120 AC-5
Bediening – Drukbesproeiing in- resp. uitschakelen
Intervalschakelaar drukbesproeiing
Ä Afb. 75 op de gewenste interval scha-
kelen.
Stand "0"
Stand "1" tot "4"
Stand "5"
Om de besproeiing in te schakelen rij-
hendel Ä Afb. 76 uit de vastzetremstand
trekken.
Om de besproeiing uit te schakelen de
intervalschakelaar drukbesproeiing
Ä Afb. 75 in stand "0" schakelen.
Besproeiing uit
Verschillende besproei-
ingsintervallen
Continue besproeiing
Bij rijhendel in nulstand en interval-
schakelaarstand "5" (continue
besproeiing) is de besproeiing reeds
actief.
Bij intervalbesproeiing moet de
machine vooruit of achteruit rijden.
Bij rijhendel in nulstand wordt er nog
15 seconden verder besproeid.
De besproeiing randsnijapparaat wordt
actief bij het neerlaten van het rand-
Speciale uitrusting
snijapparaat.
101