Inbedrijfstelling | Afzonderlijke stappen voor de inbedrijfstelling
Assen configureren voor meetsystemen met EnDat-interface
Wanneer aan een as al de desbetreffende ingang is toegewezen, wordt een
aangesloten meetsysteem met EnDat-interface bij het opnieuw opstarten
automatisch herkend en worden de instellingen aangepast. U kunt ook de
meetsysteem-ingang toewijzen nadat u het meetsysteem hebt aangesloten.
Voorwaarde:
aangesloten.
Het instellen verloopt bij alle assen op dezelfde wijze. In het volgende
gedeelte wordt alleen het configureren van de X-as beschreven.
HEIDENHAIN | POSITIP 8000 | Bedieningshandleiding | 09/2018
een meetsysteem met EnDat-interface is op het apparaat
In het hoofdmenu op Instellingen tikken
Op Assen tikken
Op X of eventueel Niet gedef. tikken
Eventueel in de drop-downlijst Asnaam de aanduiding van de
as selecteren
Op Encoder tikken
In de drop-downlijst Meetsysteemingang de aansluiting
instellen voor het betreffende meetsysteem:
X1
X2
X3
X4
X5
X6
De beschikbare meetsysteemgegevens worden naar het
apparaat verzonden
De instellingen worden geactualiseerd
Bij meetsystemen met EnDat-2.2-interface:
wanneer een as in de apparaatinstellingen al aan
de desbetreffende ingang van het meetsysteem is
toegewezen, wordt het meetsysteem bij het opnieuw
opstarten automatisch herkend en worden de
instellingen aangepast. U kunt ook de meetsysteem-
ingang toewijzen nadat u het meetsysteem hebt
aangesloten.
In de drop-downlijst Meetgereedschap type het type
meetsysteem selecteren:
Lengtemeetsysteem
Hoekmeetsysteem
Hoekmeet- als lengtemeetsysteem
Bij selectie Hoekmeet- als lengtemeetsysteem de
Mechanische overzetting invoeren
Op Referentiepuntverschuiving tikken
Referentiepuntverschuiving (offset-berekening tussen
referentiemerk en machinenulpunt) met de schuifschakelaar
ON/OFF activeren of deactiveren
7
113