Het apparaat uitschakelen
U kunt het apparaat uitschakelen in een van de volgende modi:
afsluitmodus, slaapstand of sluimerstand.
Afsluitmodus
Wanneer u de computer uitschakelt in de afsluitmodus, worden er geen
gegevens opgeslagen. De volgende keer dat u de computer aanzet, wordt
het hoofdscherm van het besturingssysteem weergegeven.
1.
2.
3.
4.
Zet de computer of de randapparaten niet direct weer aan. Wacht korte tijd
om mogelijke beschadiging te voorkomen.
De computer opnieuw opstarten
In bepaalde omstandigheden moet u de computer opnieuw instellen (ofwel
een reset uitvoeren), bijvoorbeeld:
U kunt de computer op meerdere manieren opnieuw opstarten:
Sla uw gegevens op voordat u de computer opnieuw opstart.
Gebruikershandleiding
Als u gegevens hebt ingevoerd, slaat u deze op de ingebouwde schijf
of een ander opslagmedium op.
Controleer of alle schijfactiviteit is gestopt voordat u de schijf
verwijdert.
Als u de computer uitzet terwijl er nog schijfactiviteit plaatsvindt,
kunnen gegevens verloren gaan of de schijf beschadigd raken.
Zet het apparaat nooit uit terwijl een toepassing actief is. Doet u dat
wel, dan kunnen gegevens verloren gaan.
Zet het apparaat nooit uit, koppel nooit een extern opslagapparaat los
en verwijder nooit opslagmedia tijdens het lezen/schrijven van
gegevens. Doet u dat wel, dan kunnen gegevens verloren gaan.
Klik op Starten ->
Schakel eventuele randapparaten die op de computer zijn
aangesloten uit.
Als u bepaalde computerinstellingen hebt gewijzigd.
Klik op Starten ->
Druk tegelijkertijd (eenmaal) op CTRL, ALT en DEL om het
menuvenster weer te geven en selecteer Opnieuw opstarten door te
klikken op het voedingspictogram (
(Aan/uit) en selecteer Afsluiten.
(Aan/uit) en selecteer Opnieuw opstarten.
) in de rechterbenedenhoek
2-9