7.1.1. Verschil tussen fouten, condities en waarschuwingen
Waarschuwingssignaal:
Het display toont het nummer en een omschrijving van de waarschuwing
•
De LED "Error" knippert
•
Er klinken lange pieptonen (1 seconde) met overeenkomstig lange pauzes (1 seconde)
•
Een waarschuwing wordt gesignaleerd wanneer zich een situatie voordoet die zou kunnen
interfereren met de gewenste productie van verdund reagens, zoals trage vul- en aftapcycli.
Waarschuwingen hebben geen invloed op de lopende processen en worden automatisch gereset
wanneer de waarschuwingssituatie voorbij is.
Waarschuwingen worden fouten wanneer specifieke grenswaarden voor de betreffende situatie
worden overschreden.
Wordt een waarschuwing aanhoudend gesignaleerd zonder een fout te worden, neem dan contact
op met de servicedienst van de vertegenwoordiger van Sysmex om een mogelijk dreigende storing
in de toekomst te voorkomen.
De gebruiker kan kiezen om niet te worden geïnformeerd over waarschuwingen, door de functie uit
te schakelen.
Waarschuwingen worden niet in het foutenlogboek geregistreerd.
Conditiesignaal:
Het display toont het nummer en een beschrijving van de conditie en een kort advies voor
•
maatregelen van de gebruiker.
De LED "Error" knippert
•
Er klinken lange pieptonen (1 seconde) met langere pauzes (3 seconden)
•
Condities zijn situaties die interfereren met de goede werking van het apparaat en daarom de
onmiddellijke aandacht van de gebruiker vereisen. Condities hebben meestal betrekking op
externe factoren, die moeten worden opgelost door de gebruiker. In sommige gevallen kan een
conditie tevens worden veroorzaakt door interne problemen.
Zie paragraaf "Foutopsporing" voor geschikte maatregelen in geval van condities.
Foutsignaal:
Het display toont het nummer en een beschrijving van de fout en een kort advies voor
•
maatregelen van de gebruiker.
De LED "Error" brandt continu
•
Er klinken korte pieptonen (0,3 seconden) met overeenkomstig korte pauzes (0,3 seconden)
•
Fouten vereisen de onmiddellijke aandacht van de gebruiker, omdat de correcte werking van het
apparaat niet langer gegarandeerd is. Alle lopende processen worden stopgezet, met uitzondering
van afvalverwijdering en circulatie van de voorraad.
Zie paragraaf "Foutopsporing" voor geschikte maatregelen in geval van fouten.
RPU-2100R Gebruiksaanwijzing
Versie 1.3 MRN-184-NL
Foutopsporing
Pagina 35