PAPIER BIJVULLEN
Als een papierlade tijdens het afdrukken leegraakt, verschijnt er een melding in de display.
Volgende onderstaande procedure voor het bijvullen van papier.
OPMERKINGEN
● Gebruik geen gekreukeld of rimpelig papier. Dit kan papierstoringen veroorzaken.
● Voor de beste resultaten alleen SHARP papier gebruiken. (Zie pagina 2-4.)
● Wanneer u de papiersoort en formaat in lade 1 wijzigt, stelt u papiersoort en –formaat in volgens "Instellen van
papierformaat en -soort" (pagina
● Plaats geen zware voorwerpen en druk niet op een uitgetrokken lade.
● Laad het papier met de afdrukzijde naar boven. Laad het papier echter met de afdrukzijde naar beneden, wanneer het
papiertype is ingesteld op "VOORBEDRUKT", "GEPERFOREERD" of "BRIEFPAPIER".
* Laad het papier met de afdrukzijde naar boven als de dubbelzijdige functie is uitgeschakeld met behulp van "UITSCHAKELEN
VAN DUPLEX" in het key-operatorprogramma's (Zie pagina 11 van het handboek voor de hoofdoperator.).
Papier laden in papierlade 1
1
Trek papierlade 1 uit.
2
Plaats het papier in de lade.
Papierformaat in papierlade 1 wijzigen
Voor papierlade 1, kan A4, B5 of 8-1/2" x 11" formaat papier worden geladen. Gebruik de volgende procedure om
het formaat te wijzigen.
1
Trek papierlade 1 uit.
Verwijder eventueel achtergebleven papier.
2
Pas de geleiders A en B in de cassette aan
de lengte en breedte van het papier aan.
3
Plaats het papier in de lade.
2-2
Downloaded from:
http://www.usersmanualguide.com/
).
2-5
Trek
de
lade
er
voorzichtig
uit
totdat
deze niet meer verder
kan.
Laad geen papier boven
de maximum hoogtelijn
(ongeveer 500 bladen
van 80 g/m
(20 lbs.)
2
papier).
De geleiders A en B zijn
te
verschuiven.
Pas
deze
aan
het
papierformaat aan door
de
grendelhefbomen
samen te knijpen.
3
Druk de papierlade 1 weer voorzichtig
terug in de machine.
Druk de lade stevig volledig in de machine.
4
Stel het papiertype in.
Wanneer u de papiersoortinstellingen wijzigt,
nadat het papiersoort is gewijzigd in één van de
papiercassettes, zie dan "Het papiertype en
papierformaat instellen" (pagina 2-5).
5
Het laden van papier in papierlade 1 is nu
voltooid.
4
Druk de papierlade 1 weer voorzichtig
terug in de machine.
Druk de lade stevig volledig in de machine.
5
Stel het papierformaat in.
Zorg ervoor dat papierformaat en –soort ingesteld
worden volgens "Het papiertype en papierformaat
instellen" (pagina 2-5).
Wanneer dit niet gebeurt, kan het papier
vastlopen.
6
Het laden van papier in papierlade 1 is nu
voltooid.