8
Elektrische installatie
Waterhoeveelheid/
afvalwaterhoeveelheid
Indicaties:
8.6.3
Inschakelen:
Uitschakelen:
8.6.4
Maatregelen:
138
Langere diepontlading beschadigt de accu onherstelbaar.
De rustspanning het beste meerdere uren na de laatste lading (bijv. 's och-
tends) en niet direct na het stroomverbruik meten.
Met het indicatie-instrument V/tank kan de waterhoeveelheid of de afvalwater-
hoeveelheid worden getoond.
Bij het indicatie-instrument V/tank (Afb. 167,2) letten op de onderste schaal-
verdeling. Het indicatie-instrument wordt automatisch verlicht, zodra een
schakelaar wordt ingedrukt.
Schakelaar (Afb. 167,5) indrukken "
getoond.
Schakelaar (Afb. 167,6) indrukken "
wordt getoond.
Tankpeil slechts kort aflezen. Als de indicatie langere tijd ingeschakeld
blijft, kunnen de meetvoelers beschadigd raken.
Schakelaar voor waterpomp
Wipschakelaar (Afb. 167,4) boven indrukken "I": De watervoorziening is
ingeschakeld.
Wipschakelaar (Afb. 167,4) beneden indrukken "O": De watervoorziening
is uitgeschakeld.
Als het voertuig niet op de 230-V-voorziening is aangesloten en de water-
pomp langere tijd niet wordt gebruikt: Stroomvoorziening van de water-
pomp uitschakelen. Het pomprelais verbruikt per dag ongeveer 4 Ah
stroom.
Accu-alarm voor woonruimteaccu
Het rode waarschuwingslicht "ALARM" (Afb. 167,1) knippert zodra de span-
ning van de woonruimteaccu (meting bij lopende werking) minder dan 11 V
bedraagt en daardoor diepontlading dreigt op te treden.
Diepontlading is schadelijk voor de accu.
Als de accuspanning onder 10,5 V daalt, schakelt de accubewaking in het
elektroblok alle 12-V-verbruikers uit. De accu-scheidingsschakelaar acti-
veert.
Bij accu-alarm verbruikers uitschakelen en woonruimteaccu laden, ofwel
door te rijden of door aansluiting op een 230-V-voorziening.
": De waterhoeveelheid wordt
": De afvalwaterhoeveelheid
T-Modell - 13/14 - Ausgabe 08/13 - 2354664 - BUE-0006-14NL