Gebruik
Het is mogelijk om verschillende parametersets, aan de hand van de verschillende kleuren,
met elkaar te vergelijken. Elke lijn is een combinatie van de thermische en de magnetische
instellingen.
5.4 Uitlezen stroomwaarden
De grootte van de stroomwaarden van de fasestromen L1, L2, L3 en van de reststroom N kan
worden uitgelezen via het display. Kies "Bekijk stromen" in het hoofdmenu. Kies de gewenste
stroom en druk op de entertoets om de stroomwaarde te bekijken. Voor de respectievelijke
stromen zou het display er als volgt uit kunnen zien (tussen haakjes is de maximaal gemeten
stroomwaarde vermeld):
Stroom L1
125 A
Stroom L2
130 A
Stroom L3
128 A
Stroom N
1 A
De maximaal gemeten stroomwaarde die tussen haakjes is vermeld, kan te allen
tijde terug op nul worden gezet. Kies "Wis maxima" in het menu "Opties". Druk
op de entertoets om alle maximaal gemeten stroomwaarden terug op nul te
zetten.
Als het bedieningspaneel gedurende 20 seconden niet gebruikt wordt, zal automatisch
worden teruggesprongen naar het hoofdscherm waarin de grootte van de vier stromen (L1,
L2, L3 en N) in Ampères wordt weergegeven. Het display zou er dan als volgt uit kunnen zien:
1= 125
3= 128
( 160 A )
( 158 A )
( 155 A )
( 3 A )
2= 130
N= 1
Digitaal Beveiligingsrelais RP600
5-11