OPMERKING: Voor een optimale werking van het LDWS-systeem dient u de functie Plaatsing van de camera in
te stellen om de plaats van het toestel in uw voertuig aan te geven.
De cameraplaatsing instellen
U kunt het toestel aan de linker- of rechterkant van uw voorruit of dashboard plaatsen, of in het midden. Voor
een optimale werking van het LDWS-systeem dient u de functie Plaatsing van de camera in te stellen om de
plaats van uw toestel in het voertuig aan te geven.
1 Selecteer
> Dashcam > Plaatsing van de camera > Horizontale plaatsing.
2 Selecteer de plaats van het toestel.
Tips voor optimale werking van het LDWS-waarschuwingssysteem
De werking van het LDWS-waarschuwingssysteem voor wisselen van rijbaan wordt door verschillende factoren
beïnvloed. In sommige omstandigheden kan het LDWS-systeem rijbaanwisselingen mogelijk niet detecteren.
• De LDWS-functie wordt alleen geactiveerd bij een snelheid boven 65 km/u (40 mph).
• De LDWS-functie werkt mogelijk niet goed als de camera verkeerd is gericht
• De FCWS-functie werkt mogelijk niet goed als de plaatsinstellingen van de camera niet de juiste hoogte van
uw voertuig of plaats van uw toestel in het voertuig .
• De LDWS-functie vereist continu duidelijk zicht op de belijning tussen rijbanen.
◦ Rijbaanwisselingen worden mogelijk niet gedetecteerd als de belijning door regen, mist, sneeuw,
extreme schaduwen, zonlicht of koplampen van tegemoetkomend verkeer, wegwerkzaamheden of andere
obstakels aan het zicht wordt onttrokken.
◦ Rijbaanwisselingen worden mogelijk niet gedetecteerd als de belijning onjuist is, ontbreekt of sterk
versleten is.
• De LDWS-functie detecteert mogelijk geen rijbaanwisselingen op extreem brede, smalle of kronkelige wegen.
Functies voor het waarschuwen van de bestuurder
15