5 Elektrische aansluiting
De laadstroom mag nooit hoger ingesteld worden dan de lijnzekering zelf.
Als de lader wordt gebruikt met een vermogen van 7 kW (1-fase) en 22 kW (3 -
fase); moet het worden beveiligd met een overstroombeveiliging van 40 A
(zoals een zekering). Een lader van 11 kW (3 - fase) met een 20 A
overstroombeveiliging (zoals een zekering).
Zorg ervoor dat de stroom transport capaciteit van de AC-kabel naar de EV-
lader groter is dan de huidige classificatie van de overstroombeveiliging.
5.1 Aansluiting stroomvoeding
Zorg ervoor dat de plaats van installatie een aansluiting heeft op het openbare
stroomnet. Neem bij twijfel contact op met uw netwerkbeheerder.
Sluit de AC-kabels aan zoals in de onderstaande afbeelding, zorg ervoor dat de kabels
zijn aangesloten op de corresponderende terminals met de aanduidingen L, N en PE.
Er moet ook een beveiliging worden geïnstalleerd tussen de oplader en de
wisselstroomvoeding, zoals een zekering, stroomonderbreker of aardlekschakelaar,
wanneer dit wordt voorgeschreven door de plaatselijke elektriciteitsvoorschriften.
Als een aardlekschakelaar vereist is, raadt Solplanet aan een 30 mA Type A of Type B
aardlekschakelaar te installeren.
Beveiliging
met
5.2 Aansluiten van de EV-lader
Tijdens het opladen behoort de EV stil te staan.
Er behoort niet over de laadkabel en de laadconnector worden gereden.
De laadkabel behoort niet te worden gespannen, samengedrukt of gebogen.
De laadkabel behoort veilig opgeborgen te worden.
Gebruiksaanwijzing EV-POWER Laadstation
EV-Lader
Voertuig
11