Gebruikershandleiding
Uitvoerinstellingen voor ontvangen faxberichten configureren
U kunt het apparaat instellen om ontvangen documenten op te slaan in de inbox, op een geheugenapparaat of op
een computer, of om de documenten door te sturen. U kunt ook instellingen configureren om ontvangen
documenten automatisch door te sturen. Als u er geen configureert, worden ontvangen documenten automatisch
afgedrukt.
1. Ga naar de modus Inst. via het hoofdscherm.
2. Selecteer Systeembeheer > Faxinstellingen > Uitvoerinstellingen > Faxuitvoer.
3. Druk op Instel., selecteer de gewenste optie en configureer de instellingen.
❏ Opslaan in postvak IN:
Hiermee bewaart u alle ontvangen documenten in de inbox van de printer. De opgeslagen documenten
worden niet automatisch afgedrukt. U kunt de documenten weergeven op het LCD-scherm van de printer
en indien nodig afdrukken.
❏ Opslaan op computer:
On de computer die verbonden is met de printer configureert u de instellingen om ontvangen documenten
op de computer op te slaan d.m.v. de FAX Utility. Raadpleeg de Help-functie van de FAX Utility voor meer
details.
Zodra de ontvangen documenten op uw computer opgeslagen zijn, worden ze uit de printer verwijderd.
Om de documenten automatisch af te drukken en ze op de computer op te slaan, selecteer Ja en afdrukken
op de printer na het voltooien van de FAX Utility instellingen.
Opmerking:
Als de computer niet ingeschakeld is, bewaart de printer de ontvangen documenten in zijn geheugen. Als het geheugen
te vol raakt, kan de printer geen faxberichten meer ontvangen of verzenden.
❏ Opsl.op geheugenapp.:
Converteert ontvangen documenten naar PDF en bewaart ze op een geheugenapparaat dat aangesloten is
op de printer. Zodra de ontvangen documenten op het geheugenapparaat opgeslagen zijn, worden ze uit de
printer verwijderd. Om de documenten automatisch af te drukken en ze op het geheugenapparaat op te
slaan, selecteer Ja en afdrukken op de printer.
Alvorens u deze functie gebruikt, moet u een map creëren in het geheugenapparaat waarin de ontvangen
documenten opgeslagen worden. Selecteer Overige instellingen > Map voor opslag maken en creëer dan
een map.
Opmerking:
Zorg ervoor dat het geheugenapparaat aangesloten is op de printer. Als het apparaat niet aangesloten is, kunt u geen
faxberichten zenden en ontvangen.
❏ Doorsturen:
Stuurt ontvangen documenten door naar een andere faxmachine of converteert de documenten naar PDF
en stuurt ze dan door naar een map op een server of naar een e-mailadres. Doorgestuurde documenten
worden uit de printer verwijderd. Om de documenten automatisch af te drukken en ze door te sturen,
selecteer Ja en afdrukken.
U kunt tot vijf bestemmingen selecteren. Selecteer Overige instellingen > Waarheen doorsturen en
selecteer de bestemmingen in de contactpersonenlijst.
Faxen
111