Voorbereiding vóór de operatie
7.2.1
Monteren van een binoculaire tubus
WAARSCHUWING
Gevaar voor letsel door naar beneden vallende onderdelen!
Zorg er vóór elke operatie voor, dat de optische
X
componenten en toebehoren goed vastzitten en niet
kunnen bewegen.
Zorg dat de optische toebehoren schoon zijn en vrij van stof en
X
vuil.
Draai de klemschroef (1) van de optiekhouder los.
X
Verwijder de beschermkap.
X
Plaats de binoculaire tubus in de ringzwaluwstaartgeleiding (3).
X
Draai de klemschroef (1) vast.
X
7.3
Binoculaire tubus instellen
7.3.1
Pupilafstand instellen
De pupilafstand op een waarde tussen 55 mm en 75 mm
X
instellen.
Stel met het instelwiel (2) de pupilafstand zodanig in dat een
X
cirkelvormig beeldveld te zien is.
28
3
M844 / Ref. 10 713 294 / Versie 01
Deze procedure moet voor iedere gebruiker één keer
worden uitgevoerd. De vastgestelde waarde (1) kan voor
elke gebruiker worden opgeslagen in het menu "User
Settings" onder "Tube Settings" (zie Hoofdstuk 9.4.9).
De opgeslagen waarde kan worden afgelezen met
"Show Settings".
7.3.2
Kanteling instellen
Pak de tubusbuizen met beide handen vast.
X
Kantel de binoculaire tubus naar boven of beneden totdat een
X
comfortabele stand voor het kijken is bereikt.
7.4
Oculair instellen
7.4.1
Dioptrieën voor de gebruiker bepalen/
instellen
De individuele dioptrieën kunnen op ieder oculair traploos van
+5 tot –5 worden ingesteld. De dioptrieën moeten nauwkeurig,
voor elk oog afzonderlijk worden ingesteld. Alleen dan blijft de
scherpte over het hele zoombereik constant (= parfocaal). Bij een
correcte dioptrie-instelling voor beide ogen voorkomt de
operatiemicroscoop in verregaande mate extreme vermoeidheid.
Een parfocaal ingestelde microscoop zorgt ervoor dat
assistent- en videobeeld onafhankelijk van de gekozen
vergroting te allen tijde scherp verschijnen.
Kies de minimale vergroting.
X
Leg een vlak testobject met scherpe contouren op werkafstand
X
onder het objectief.
Focusseer de microscoop.
X
1
2