4. Pas de lengte van de papierlade en de kap van
de papierlade aan het papierformaat aan. Als
u ze niet uitschuift, kan de afdruk uit de
printer vallen.
Opmerking:
Zorg ervoor dat de papierrolondersteuning niet omhoog
staat.
c
Let op:
Laat het papier niet te lang in de printer zitten,
omdat daardoor de kwaliteit vermindert. Wij
raden u aan om het papier na het afdrukken uit
de printer te verwijderen.
De printer aansluiten op de
computer
Welke interface u kunt gebruiken hangt af van de
gebruikte versie van het besturingssysteem
®
®
Microsoft
Windows
of Apple
USB-interface en Ethernet-interface (optie):
Windows XP, Me, 98 en 2000
Mac OS X 10.2 of hoger
Mac OS 9.x
IEEE1394-interface:
Windows XP, Me en 2000
Mac OS X 10.2 of hoger
Mac OS 9.x
12
®
®
Macintosh
:
De ingebouwde USB-interface
gebruiken
Voor aansluiting van de printer op een USB-poort
hebt u een gewone afgeschermde USB-kabel
nodig. Voer de onderstaande stappen uit om de
printer op de computer aan te sluiten via de
ingebouwde USB-interface.
Opmerking:
Wanneer u een verkeerde kabel gebruikt of tussen de
printer en de computer nog andere randapparatuur
aansluit, kan de verbinding onstabiel worden.
1. Zorg ervoor dat zowel de printer als de
computer uitstaat.
2. Steek de USB-kabel in de printer.
3. Steek het andere uiteinde van de kabel in de
USB-poort van de computer.
Zie "De printersoftware installeren" op pagina 14,
nadat u de printer en computer met elkaar hebt
verbonden via de USB-kabel.
USB-aansluiting