Procedure
...
22.9
Gewijzigd PLC-gebruikersprogramma laden
Wanneer aan de projectgegevens iets is gewijzigd en wanneer een nieuw PLC-
gebruikersprogramma klaarstaat, moet u de projectgegevens in de PLC laden.
Bij het laden van de projectgegevens worden de gegevensklassen opgeslagen en in de PLC
geladen.
Voorwaarde
Controleer of de PLC zich in stoptoestand bevindt.
Opmerking
PLC in run-toestand
Wanneer de PLC zich in de run-toestand bevindt, dan wordt een bijbehorende melding getoond
en worden de softkeys "Laden in stop" en "Laden in run" weergegeven.
Met "Laden in stop" wordt de PLC overgeschakeld naar stop-toestand, het project wordt
opgeslagen en in de CPU geladen.
Met "Laden in run" gebeurt het laden tijdens de afwerking; het PLC-project wordt in de PLC
geladen. Daarbij worden alleen de gegevensklassen geladen die werkelijk werden gewijzigd,
d.w.z. meestal de INDIVIDUAL-gegevensklassen.
Frezen
Bedieningshandboek, 01/2015, 6FC5398-7CP40-5JA2
1.
Ladder add-on tool is geopend.
2.
Druk op de softkey "Venster 1" of "Venster 2".
3.
Druk op de softkey "Programma-module".
De kolom "Programma-module" wordt weergegeven.
4.
Druk op de softkey "Eigenschappen" wanneer u meer informatie wilt
weergeven.
- OF -
Druk op de softkey "Plaatselijke variabelen" wanneer u gegevens over
een variabele wilt weergeven.
PLC-gebruikersprogramma bewerken (alleen 828D)
22.9 Gewijzigd PLC-gebruikersprogramma laden
809