Let op
Op de bodem van oppervlaktewater kunnen in de loop
van de tijd afzettingen hebben afgezet. Om
beschadiging van het apparaat te voorkomen, het
alleen geheel tot de bodem laten zakken als u zeker
weet dat het water schoon is, resp. de in het water
aanwezige vuildeeltjes niet groter zijn dan 25 mm.
1. Bevestig het meegeleverde nylontouw aan de
transportgreep (1) aan de bovenkant van het apparaat.
TWP 4025 E
5 m
TWP 7025 E /
7 m
TWP 11025 E
2. Laat het apparaat iets schuin in het water zakken, zodat de
evt. opgenomen lucht kan ontsnappen.
3. Moet het apparaat op de bodem worden geplaatst, zorg
dan voor een vlakke ondergrond.
4. Bevestig het nylontouw op een eenvoudig toegankelijke
locatie, om het apparaat er na het pompen weer uit te
kunnen trekken.
10
Bediening
Apparaat inschakelen
Nadat het apparaat, zoals in het hoofdstuk montage en in
gebruik nemen is beschreven, klaar voor gebruik is opgesteld
kan het worden ingeschakeld.
1. Steek de netstekker in een voldoende afgezekerd
stopcontact.
ð Het apparaat wordt ingeschakeld als de
vuilwater-dompelpomp TWP 4025 E / TWP 7025 E / TWP 11025 E
Waarschuwing voor elektrische spanning
Raak de netstekker niet aan met vochtige of natte
handen.
Info
Het apparaat heeft een automatische ontluchting. Bij
een geringe vloeistofhoogte kan eventueel in de pomp
aanwezige of aangezogen lucht ontwijken. Ook kan
hierbij vloeistof weglekken.
Heeft het apparaat bij een laag vloeistofpeil problemen
bij het aanzuigen, kunt u de netstekker herhaaldelijk in
het stopcontact steken en er weer uit halen, om het
aanzuigproces te helpen.
vlotterschakelaar boven de ingestelde of de maximale
inschakelhoogte staat.
NL