1
2
Mode 1
Mode 2
Mode 3
3
4
5
6
Naaifunctie selecteren
Op het LCD-scherm worden het functienummer en de
volgende informatie weergegeven:
1 Patroon
2 Steekbreedte
3 Steeklengte
4 Aanbevolen draadspanning
5 Aanbevolen voet
6 Aanbevolen druk van persvoet
De volgende drie naaifuncties zijn beschikbaar:
Mode 1 (Direct):
Hiermee kunt u direct de tien meest gebruikte steken
selecteren.
Mode 2 (Quilt):
Hiermee kunt u de patronen voor patchwork en quilts
selecteren.
Mode 3 (Naaisteken):
Hiermee kunt u knoopsgatsteken, naaisteken en
decoratieve steken selecteren.
26