Omgaan met de printer
Het bedieningspaneel gebruiken
Onderdeel
1
Display
2
Pijltoetsen
3
Knop Selecteren (Select)
4
Numeriek toetsenblok
5
Aan/uit
6
Backspaceknop
7
indicatielampje
8
Knop Stoppen of Annuleren Stop de huidige afdruktaak.
9
Knop Terug (Back)
10
Startscherm (knop)
Uitleg over de status van de aan-uitknop en het
indicatielampje
indicatielampje Printerstatus
Uit
De printer is uitgeschakeld of de sluimerstand van de printer is actief.
Blauw
De printer is gereed of verwerkt gegevens.
Rood
De printer vereist interventie door de gebruiker.
Lampje aan-uitknop Printerstatus
Uit
De printer staat uit of verwerkt gegevens.
Brandt oranje
De printer bevindt zich in de slaapstand.
Knippert oranje
De sluimerstand van de printer is actief.
Voor
Opties voor afdrukken en printerstatus- en foutberichten weergeven.
Bladeren door menu's of schakelen tussen schermen en menuopties.
•
Menuopties selecteren.
•
Sla de instelling op.
Hiermee voert u getallen of symbolen in een invoerveld in.
De printer in- of uitschakelen.
Opmerking: Om de printer uit te schakelen, houdt u de aan/uit-knop gedurende
vijf seconden ingedrukt.
Hiermee verplaatst u de cursor terug en verwijdert u een teken in een invoerveld.
Controleer de printerstatus.
Hiermee kunt u terug naar het vorige scherm.
Naar het startscherm gaan.
11