05 Bediening
05.01 Noodoproepset gebruiken
•
In een noodgevalsituatie aan het koord van de trekimpulsdrukker (afb.
3, 5) trekken of de roede toets van de optionele oproeptoets (afb. 11, 9)
bedienen.
De rode stabilisatie-led (afbeelding 3/11, 4) brandt.
Het rode lichtsignaal buiten de ruimte knippert, indien ingesteld onder-
steund door een zoemertoon.
En:
Indien geïnstalleerd, wordt in de dienstkamer of in een centrale de oproep
via de rode led in de gele toets en met zoemertoon bij de dienstkamer-
eenheid gesignaleerd.
•
Druk de gele mute-toets in de dienstkamer in (afb. 13, 11).
De zoemertoon van de dienstkamereenheid wordt gedurende 20 secon-
den onderdrukt.
Informatie
Pas na het bedienen van de groene toets is de aanwezigheid
gemarkeerd, zodat in noodgeval een zoemertoon op de dienst-
kamereenheid klinkt.
•
Op de noodgevallocatie aangekomen, de groene uitschakeltoets indruk-
ken (afb. 5, 6).
De noodoproep is uitgeschakeld.
Noodoproepset
Noodoproepset gebruiken
Bediening
11
n
n