4.1. TOETS TEMP
Deze functie is uitsluitend toegankelijk wanneer de meting voltooid is en uitsluitend voor U-VAR en U-FIXED. Hiermee kan het
resultaat van de meting herleid worden naar een andere temperatuur dan die van de meting.
De temperatuur laat de waarde van de weerstand namelijk variëren volgens een vrijwel exponentiële wet. Voor een snelle benadering
wordt een toename van de temperatuur van 10 °C vertaald door een afname met de helft van de isolatieweerstand en omgekeerd
zal een afname van 10 °C van de temperatuur de waarde van de isolatieweerstand verdubbelen.
Door de metingen te herleiden tot een zelfde temperatuur, kunnen deze beter vergeleken worden en kan de ontwikkeling van de
isolatieweerstand beter beoordeeld worden. En dit, ongeacht de temperatuurvoorwaarden op het moment van de meting.
Op dezelfde wijze zorgt de meting van het vochtigheidsgehalte voor een betere correlatie tussen de verschillende metingen die
op een zelfde voorziening worden uitgevoerd.
Procedure:
Voer een meting uit in de modus U-FIXED of U-VAR.
Druk op de toets TEMP.
Vul met behulp van de toetsen en de verschillende parameters in:
Omgevingstemperatuur (facultatief)
het luchtvochtigheidsgehalte (facultatief)
Temperatuur van de sonde: de temperatuur van de geteste voorziening. Als deze niet tijdens het meten verwarmd is, is
deze gelijk aan de omgevingstemperatuur.
Referentietemperatuur Rc: de temperatuur waar de waarde van de gemeten weerstand herleid zal worden.
∆T voor R/2: de variatie van de bekende of geschatte temperatuur om een vermindering met de helft van de
isolatieweerstand te verkrijgen.
Om het programmeren te vereenvoudigen, toont het apparaat standaard waarden.
Het apparaat geeft dan de naar de referentietemperatuur herleide isolatieweerstand weer.
TEMPERATURE
Air Temperature
Humidity
Probe Temperature
Rc Reference Temperature
∆T for R/2
R measured
Rc at 40 °C
Als de coëfficiënt ∆T voor R/2 niet bekend is, kan deze berekend worden vanaf minimaal 3 metingen, uitgevoerd op een zelfde
voorziening met verschillende temperaturen.
4. AANVULLENDE FUNCTIES
TEMP
23 °C
40%
23 °C
40 °C
10 °C
5.00 GΩ
1.529 GΩ
TEMPERATURE
Air Temperature
Humidity
Probe Temperature
Rc Reference Temperature
∆T for R/2
R measured
Rc at --- °C
27
--- °C
--- %
--- °C
--- °C
--- °C
5.00 GΩ
--- kΩ