Vraag uw audicien de volgende tabel in te vullen:
Programma-
nummer
1
2
3
4
Telefoongebruik
Met uw hoortoestel kunt u de telefoon gebruiken zoals u gewend bent. Houd de telefoon zoals gebruikelijk
tegen uw oor. Het is mogelijk dat u duidelijker hoort als u de telefoon richting de bovenkant van uw oor
houdt (dichter bij de microfoon).
Als het onprettig voelt als het oorstuk in uw gehoorgang drukt, hebt u misschien een ander formaat Eartip
nodig. Neem in dit geval contact op met uw audicien.
Uw audicien kan een telefoonprogramma instellen dat u kunt inschakelen als u de telefoon gebruikt. Dit
programma vergemakkelijkt het luisteren aan de telefoon. Als u een hoortoestel heeft met een program-
maknop, kunt u dit programma handmatig inschakelen. Uw audicien kan ook de functie AutoPhone in-
schakelen, zodat uw toestel automatisch naar dit programma schakelt. Daarnaast beschikt uw hoortoestel
over een luisterspoelprogramma voor telefoongebruik.
Soort programma
Bestemd voor
27