Kaart- en voertuiginstellingen
Selecteer Instellingen > Kaart en voertuig.
Voertuig: hiermee kiest u een ander pictogram voor
•
het aangeven van uw positie op de kaart. Ga naar
www.garmingarage.com
Kaartweergave - Auto: hiermee stelt u het perspectief
•
voor de kaart in.
•
Kaartweergave - Lopen: hiermee stelt u het
perspectief voor de kaart in.
Kaartdetail: hiermee stelt u het detailniveau voor de
•
kaart in. Als er meer details worden weergegeven,
wordt de kaart mogelijk langzamer opnieuw getekend.
Kaartthema: hiermee kunt u de kleuren van de
•
kaartgegevens wijzigen�
•
Kaartknoppen: hiermee bepaalt u welke knoppen op
de kaart worden weergegeven. Er kunnen maximaal
drie knoppen op de kaart worden weergegeven.
•
Kaartlagen: hiermee stelt u de gegevens in die op de
kaart worden weergegeven
52
voor meer pictogrammen.
(pagina
25).
Dashboards: hiermee stelt u de dashboardindeling in.
•
Mijn Kaarten
•
Kaarten inschakelen
TIP: ga voor het aanschaffen van andere kaartproducten
naar www.garmin.com/maps.
1�
Selecteer Instellingen > Kaart en voertuig > Mijn
Kaarten.
2�
Selecteer een kaart.
Navigatie-instellingen
Selecteer Instellingen > Navigatie.
•
Berekenmodus: hiermee stelt u de routevoorkeur in.
Te vermijden: hiermee stelt u in welke wegonderdelen
•
u tijdens een route wilt mijden.
•
Aangepast vermijden: hiermee kunt u opgeven welke
specifieke wegen en gebieden u wilt vermijden.
Geavanceerde omwegen: hiermee kunt u de lengte
•
van een omweg instellen.
nüvi 2405/2505-serie – gebruikershandleiding