5 BEDIENING
Schema van het aandrijfsysteem
1.
Spoel
2.
Stroomonderbreker
3.
Opengaande zijdeur spoel
5.2
Aansluiting van las- en aardkabels
De stroombron heeft twee uitgangen voor het aansluiten van las- en aardkabels: een
minklem [-] (7) en een plusklem [+] (9), zie de afbeelding Voor en Achter.
Voor het MMA-proces hangt de uitgang voor het aansluiten van de laskabel af van het type
elektrode; raadpleeg de verpakking van de elektrode voor informatie over de juiste
aansluitpolariteit van de elektrode. Sluit de aardkabel aan op de andere lasuitgang van de
stroombron. Bevestig de contactklem van de aardkabel aan het werkstuk en zorg voor een
goed contact.
Voor het TIG-proces (dit vereist optionele TIG-accessoires) moet de stroomkabel van de
TIG-toorts worden aangesloten op de minklem [-] (7), zie afbeelding Voor en achter. Sluit de
moer van de gasinlaat van de TIG-toorts aan op de gasuitlaatconnector (5) op de voorkant
van de machine. Sluit de moer van de gasinlaat (13) op het achterpaneel aan op een
geregelde beschermgasbron. Sluit de aardkabel aan op de plusklem [+] (9), zie afbeelding
Voor en achter.
5.3
Polariteitswisseling
De stroombron wordt geleverd met de kabel voor polariteitswisseling aangesloten op de
plusklem. Sommige draden, bijv. zelfbeschermende gevulde lasdraden, kunnen beter worden
gelast met negatieve polariteit. Negatieve polariteit houdt in dat de kabel voor
polariteitswisseling is aangesloten op de minklem en de aardkabel op de plusklem.
Controleer de aanbevolen polariteit voor de lasdraad die u wilt gebruiken.
De polariteit kan worden veranderd door de kabel voor polariteitswisseling zodanig aan te
sluiten dat dit geschikt is voor het desbetreffende lasproces.
0463 486 001
4.
Gaskleppen
5.
Draadaanvoermechanisme
- 17 -
© ESAB AB 2021