Na iedere keer inschakelen van de afstandsbediening moet voor de eerste beweging van de aanzet
met de joystickbediening ook de draaiknop rechtsom worden gedraaid.
3.6
Draaiknop
Via de draaiknop kunnen de volgende functies worden geselecteerd:
•
Instelling van aandrijfparameters.
•
Selecteren van een voorgeschreven waarde of instellen van een waarde in de "Instellingen".
Indien een waarde met de draaiknop kan worden geselecteerd of ingesteld, wordt naast de waarde of de
selectie het draaiknopsymbool
3.7
NOODSTOP
Na indrukken van de NOODSTOPKNOP kan de gevarenzone betreden worden.
3.8
Toetsen op de afstandsbediening
AAN / UIT
Na het indrukken brandt de toets groen en het Home- scherm wordt weergegeven. De af-
standsbediening is klaar voor gebruik.
Om uit te schakelen zo lang indrukken, totdat het scherm en de groene lamp doven.
AANDRIJVING AAN/UIT
Na het indrukken brandt de toets groen en start de aandrijving. Kort indrukken voor uitschake-
len.
HOME
Toont het Home-scherm.
3.9
Functietoetsen
De functietoetsen links en rechts van het display zijn afhankelijk van de weergave op het display. Naast elk van
deze toetsen wordt op het display een toetssymbool voor de momenteel toegewezen functie weergegeven.
3.10
Instelmogelijkheden <...>
Netstroombeveiliging
Diameter zaagblad
Wachtwoord
Datum en tijd
Meldingen
Logboek
3.11
Functies <<...>>
Instellingen
Omhoog
*2053440*
weergegeven.
2053440
Zaagparameters
Koelwaterautomaat
Land, taal, maateenheid
Schermhelderheid
Systeeminformatie
Service-indicatie
Instellingen aan de draaiknop
Omlaag
Nederlands
9