BASISSCHERM VAN FAXFUNCTIE
Tip op de toets [BEELD VERZENDEN] op het toetsenpaneel om het basisscherm van de faxfunctie te openen.
Druk op de [Fax]-tab als het faxscherm niet verschijnt.
Selecteer de faxinstellingen in het basisscherm.
(1)
(2)
(3)
(4)
(5)
(6)
(7)
(8)
(1) Modusselectietoetsen
Gebruik deze toetsen om over te schakelen tussen
kopiëren, beeld verzenden en documentarchivering.
Tip op de toets [BEELD VERZENDEN] om over te
schakelen naar de faxmodus.
(2) Het laat verschillende berichten en bestemming
zien die zijn ingevoerd.
Het icoon
aan de linkerkant duidt de faxfunctie aan.
(3) Tabs voor modus beeld verzenden
Gebruik deze tabs om de modus van de functie
waarmee u afbeeldingen verstuurt te veranderen. Tip op
de tab [Fax] om over te schakelen naar de faxmodus.
(4) [Adresboek]-toets
Druk op deze toets om te bellen door gebruik te
maken van een one-touch-toets. Wanneer u deze
toets indrukt, verschijnt het adresboek.
(5) [Direct TX]-toets
Druk op deze toets om een fax te verzenden door een
directe verzending. Als de [Direct TX]-toets niet
gemarkeerd is, staat de normale transmissie
geselecteerd (modus geheugen TX).
(6) [Subadres]-toets
Druk op deze toets om een subadres en een
wachtwoord voor een F-codeverzending in te voeren.
(7) Aangepaste toetsen
De toetsen die hier verschijnen, kunnen worden
gewijzigd om de instellingen of functies van uw
voorkeur af te beelden.
(8)
toets
Druk op deze toets om een bestemming op te halen
door gebruik te maken van een zoeknummer.*
* Er wordt een nummer van 3 cijfers aan de bestemming
toegekend als die wordt opgeslagen.
(9) [Luidspreker]-toets / [Onderbreking]-toets /
[Spatie]-toets
Tip op deze toets om het nummer te vormen met
gebruik van de luidspreker.
62
BEELD
DOCUMENT
KOPIE
VERZENDEN
ARCHIVERING
Gereed voor verzenden.
Scannen
Internetfax
Faxen
Adresboek
Origineel
Scannen:
Direct TX
Auto
Belichting
Subadres
Standaard
Resolutie
Adresoverzicht
Spec. Functies
Bestand
Snelbestand
Automat. Ontvangst
Faxgeheugen:100%
Opn. verzenden
Luidspreker
USB-geh.scan
PC scan
Auto
Auto
Verzenden:
Wanneer u een faxnummer invoert dat gebeld moet
worden, verandert de toets in de [Onderbreking]-toets.
Wanneer u een subadres invoert, verandert de toets in
de [Spatie]-toets.
(10) [Opn. verzenden]-toets / [Volgend adres]-toets
De bestemmingen van de meest recente acht
verzendingen van scannen naar e-mail, fax en/of
internetfax worden opgeslagen. Om een van die
bestemmingen te selecteren, tipt u op de gewenste
bestemming. Nadat een bestemming werd
geselecteerd, verandert deze toets in de toets
[Volgend adres].
(11) [Origineel]-toets
Tip op deze toets om het scanformaat, het
verzendformaat en de afdrukstand van het origineel
in te stellen en selecteer de instellingen voor 2-zijdig
scannen.
(12) [Belichting]-toets
Tip op deze toets om de belichting te selecteren voor
het scannen.
(13) [Resolutie]-toets
Tip op deze toets om de scanningresolutie in te stellen.
(14)
toets
Deze toets verschijnt wanneer een speciale functie of
de 2-zijdige scanfunctie geselecteerd is. Druk op de
toets om de geselecteerde speciale functies te zien.
(15) [Spec. Functies]-toets
Druk deze toets om een speciale functie te gebruiken.
(16)
toets
Als "Instelling vasthouden ontvangen afdrukgegevens"
ingeschakeld is, verschijnt dit als een fax wordt
ontvangen. Tip op deze toets om een scherm te openen
waarin u een wachtwoord moet invoeren. Voer het
wachtwoord in om de ontvangen fax af te drukken.
(17) Dit laat de huidige geselecteerde faxontvangstfunctie
zien en de hoeveelheid vrij geheugen dat nog over is.
(9)
(10)
(11)
(12)
(13)
(14)
(15)
(16)
(17)