Installeren, instellen en configureren
•
Plaats een envelop met de klepzijde omlaag en tegen de rechterkant van de papiergeleider.
3
Voer het papier in totdat de voorste rand naar binnen wordt getrokken.
Opmerkingen:
•
Duw het papier niet te ver in de handmatige invoer om papierstoringen te voorkomen.
•
Voordat u nog een vel laadt, wacht u tot er een bericht op het scherm verschijnt.
Laden koppelen
1
Tik in het startscherm op Instellingen > Papier > Ladeconfiguratie > selecteer een papierbron.
2
Stel een papierformaat en papiersoort in die overeenkomen met de laden die u wilt koppelen.
3
Tik in het startscherm op Instellingen > Apparaat > Onderhoud > Config.menu > Ladeconfiguratie > Lade
koppelen.
4
Tik op Automatisch.
Om laden te ontkoppelen, zorgt u ervoor dat er geen twee laden zijn met dezelfde papierformaat- of
papiersoortinstellingen.
Waarschuwing: mogelijke beschadiging: De temperatuur van het verhittingsstation is afhankelijk van de
opgegeven papiersoort. Zorg dat de instellingen voor de papiersoort van de printer overeenkomen met de
papier dat in de lade is geplaatst om afdrukproblemen te voorkomen.
Software, stuurprogramma's en firmware installeren en
bijwerken
De printersoftware installeren
Opmerkingen:
•
De printerdriver is opgenomen in het software-installatiepakket.
45