5 Bediening
5.7 softSTART in-/uitschakelen
Voorwaarde
50
NL
WM 100 TD
De softSTART-functie vergemakkelijkt tijdens het inslapen de
gewenning aan de beademingsdruk. U kunt een druk instellen die
afwijkt van de voorgeschreven therapiedruk. Bij het inschakelen
stelt het therapieapparaat deze softSTART-druk in. Hierna stijgt de
druk binnen de vooraf ingestelde tijdsduur of daalt na afloop van
de vooraf ingestelde tijdsduur (maximaal 45 minuten) naar het
therapieniveau.
Deze functie is geschikt voor patiënten die als zij wakker zijn een
hoge of lage druk als onaangenaam ervaren en hierdoor niet
kunnen inslapen.
•
De softSTART-functie moet door de arts of vakhandelaar
geactiveerd zijn.
•
Er is een softSTART-druk is ingesteld
Comfortparameters instellen", pagina
1. Therapie starten
2. Als softSTART bij de laatste therapie actief was: softSTART start
bij het begin van de therapie automatisch.
of
Druk op de softSTART-toets
schakelen.
De resterende tijd wordt in minuten weergegeven.
3. Druk de softSTART-toets
schakelen.
De ingestelde softSTART-tijd wordt in minuten weergegeven.
Een lopende softSTART wordt door een maskertest alleen
onderbroken en na de maskertest opnieuw gestart.
(zie "5.4 Therapie starten", pagina
om de softSTART in te
in om de softSTART uit te
(zie "6.1
62).
46).