4
Zet het audiovisuele apparaat en de camera aan.
De camera wordt ingeschakeld in videostand of HDMI-
stand en de cameragegevens worden weergegeven op
het scherm van het aangesloten audiovisuele apparaat.
uVoorzichtig
• Wanneer u de video-uitgang gebruikt, worden de beelden
uitgevoerd met een normale resolutie, ongeacht de resolutie
die door het audiovisuele apparaat wordt ondersteund.
Om HD video uit te voeren, gebruikt u de HDMI-uitgang of zet
opnamen over naar een computer en geef deze daarop weer.
4
• Er wordt niets op de cameramonitor getoond als de camera
aangesloten is op een audiovisueel apparaat. U kunt ook het
volume van de camera niet aanpassen. Pas het volume van
het audiovisuele apparaat aan.
• U kunt composiet en HDMI-videosignalen niet gelijktijdig
uitvoeren.
tMemo
• Raadpleeg de handleiding van het audiovisuele apparaat
en selecteer een geschikte video-ingang waarop de camera
wordt aangesloten.
• Als u van plan bent de camera langdurig en continu
te gebruiken, dan wordt gebruik van de
netvoedingsadapterset (los verkrijgbaar) aanbevolen.
• Wanneer de thuistijd wordt ingesteld tijdens het verrichten
van de basisinstellingen (p.31), dan wordt het videosignaal
ook in overeenstemming met die regio ingesteld. Wanneer u
[Tijdinstelling] instelt op [Bestemmingstijd] bij [Wereldtijd]
in het menu D1, dan wordt de instelling van het videosignaal
gewijzigd in het videosignaal voor die stad. Afhankelijk van
het land of de regio kan het gebeuren dat opnamen niet
70
worden weergegeven met het ingestelde videosignaal. Als dit
gebeurt, wijzig dan de instelling bij [Video uit] van [Interface-
opties] in het menu D2. Raadpleeg "Lijst met steden voor
Wereldtijd" (p.105) voor het videosignaal van steden die
kunnen worden geselecteerd als thuistijd of bestemmingstijd.
• Standaard wordt automatisch de maximumresolutie
geselecteerd die wordt ondersteund door zowel het AV-
apparaat als de camera. Als de opnamen niet juist worden
weergegeven, wijzig dan de instelling bij [HDMI uit] van
[Interface-opties] in het menu D2.