1. Algemene informatie
Toegangscodes
Beveiligingscode
De beveiligingscode (5 tot 10 cijfers) beveiligt de telefoon tegen onbevoegd gebruik.
De code is standaard ingesteld op 12345. U kunt de code wijzigen en de telefoon
instellen op het vragen naar de code.
Zie 'Beveiliging', p. 50.
PIN-codes
De PIN-code (Persoonlijk IdentificatieNummer) en de UPIN-code (Universeel Persoonlijk
IdentificatieNummer) van 4 tot 8 cijfers beveiligen de SIM-kaart tegen onbevoegd
gebruik.
Zie 'Beveiliging', p. 50.
Voor bepaalde functies hebt u de PIN2-code van 4 tot 8 cijfers nodig die bij sommige
SIM-kaarten wordt geleverd.
De module-PIN is vereist voor toegang tot informatie in de beveiligingsmodule.
Zie
'Beveiligingsmodule', p. 72.
De ondertekenings-PIN is nodig voor de digitale handtekening.
Zie 'Digitale
handtekening', p. 73.
PUK-codes
De PUK-code (Personal Unblocking Key) en de UPUK-code (Universal Personal Unblocking
Key) van 8 cijfers zijn nodig om respectievelijk een geblokkeerde PIN-code of UPIN-code
te wijzigen. De PUK2-code, die uit 8 cijfers bestaat, is nodig om een geblokkeerde PIN2-
code te wijzigen. Als de codes niet bij de SIM-kaart zijn geleverd, neemt u contact op
met uw serviceprovider om de codes op te vragen.
Blokkeerwachtwoord
Het blokkeerwachtwoord van 4 cijfers is nodig als u de dienst Oproepen blokkeren
gebruikt.
Zie 'Beveiliging', p. 50.
Dienst voor configuratie-instellingen
Voor sommige netwerkdiensten, zoals mobiele internetdiensten, MMS, Nokia Xpress-
audioberichten en synchronisatie met een externe internetserver, moeten de juiste
configuratie-instellingen op het apparaat worden ingesteld. Neem contact op met uw
serviceprovider of de dichtstbijzijnde erkende Nokia-leverancier, of bezoek de website
van Nokia voor meer informatie over beschikbaarheid.
Zie 'Nokia-
ondersteuning', p. 13.
© 2007 Nokia. Alle rechten voorbehouden.
11