Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Epson WF-7610 Gebruikershandleiding pagina 167

Inhoudsopgave

Advertenties

Gebruikershandleiding
Code
Probleem
206
De telefoonkabel is onjuist aangesloten op de
LINE- en EXT-poort van het apparaat.
207
Het apparaat is niet aangesloten op de telefoon-
lijn.
208
De fax kan niet naar enkele van de opgegeven
ontvangers worden verzonden.
301
Er is onvoldoende opslagruimte beschikbaar om
de gegevens op te slaan in het externe geheu-
401
genapparaat.
302
Het geheugen van het externe apparaat is schrijf-
beveiligd.
402
303
Er is geen map gemaakt om de gescande gege-
vens op te slaan.
304
Het externe geheugenapparaat is verwijderd.
404
305
Er is een fout opgetreden tijdens het opslaan van
de gegevens naar het externe geheugenappa-
raat.
405
Er is een fout opgetreden tijdens het opslaan van
de gegevens naar het externe geheugenappa-
raat.
311
Er is een DNS-fout opgetreden.
321
411
421
312
Er is een verificatiefout opgetreden.
412
Foutindicatoren
Oplossing
Sluit het apparaat goed op de telefoonlijn aan.
"Verbinden met een telefoonlijn" op pagina 82
&
Druk een Faxlogboek af via Faxverslag om te controleren welke
ontvangers de fax niet hebben ontvangen.
"Een faxrapport afdrukken" op pagina 106
&
Wanneer Foutgeg. opslaan is ingesteld op Aan, kunt u een fax
opnieuw verzenden via Taakmonitor in het Statusmenu.
Vergroot de opslagruimte.
Tijdens het scannen verkleint u het aantal documenten of wijzigt
u de volgende instellingen om de grootte van de gescande ge-
gevens te reduceren.
- Selecteer een lagere resolutie.
- Selecteer een hogere Compressieverhouding.
"De modus Scan" op pagina 114
&
Schakel schrijfbeveiliging van het geheugen op het externe ap-
paraat uit.
Plaats een ander extern geheugenapparaat.
Plaats het externe apparaat terug.
Als het externe apparaat vanaf een computer wordt benaderd,
wacht u even en probeert u het opnieuw.
Plaats het externe geheugenapparaat terug.
Gebruik een ander extern geheugenapparaat waarop u een map
hebt gemaakt met gebruikmaking van de functie Map voor op-
slag maken.
Controleer de DNS-instellingen van het apparaat in het confi-
guratiescherm. Selecteer het menu zoals hieronder is weerge-
geven.
Instellingen > Systeembeheer > Wi-Fi-netwerkinstellingen >
Geavanceerde instellingen > DNS-server
Controleer de DNS-instellingen voor de server, de computer of
het toegangspunt.
Controleer de instellingen van de E-mailserver voor het appa-
raat. Selecteer het menu zoals hieronder weergegeven om de
verbindingscontrole uit te voeren.
Instellingen > Systeembeheer > Wi-Fi-netwerkinstellingen >
Geavanceerde instellingen > E-mailserver > Verbinding contro-
leren
167

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave