•
Blauw voor gekoppelde apparaten
•
Rood voor apparaten die momenteel verbinding
hebben met uw telefoon
3. Selecteer een apparaat.
4. Geef een Bluetooth-PIN-code in en druk op <OK>.
Deze code wordt slechts eenmaal gebruikt en u
hoeft deze niet te onthouden.
Als de eigenaar van het andere apparaat dezelfde
code intoetst, zijn de apparaten gekoppeld.
Sommige apparaten, met name headsets en
handsfree carkits, hebben een vaste Bluetooth-PIN-
code, zoals 0000. Als het andere apparaat een code
heeft, moet u deze invoeren.
Apparaatopties gebruiken
Druk in de lijst met items op <Opties> voor de
volgende opties:
•
Verbinden: verbinden met headset of handsfree
carkit.
•
Verbinding verbreken: verbinding met het
andere apparaat verbreken.
•
Bestanden doorzoeken: zoeken naar gegevens
op het apparaat en deze in de telefoon importeren.
•
Servicelijst: lijst met Bluetooth diensten van het
apparaat openen.
•
Naam wijzigen: het apparaat hernoemen.
•
Apparaat goedkeuren/Apparaat niet
goedkeuren: hier geeft u aan of de telefoon u om
toestemming moet vragen wanneer het andere
apparaat verbinding probeert te maken.
•
Verwijderen: het selecteerde apparaat of alle
apparaten uit de lijst verwijderen.
Gegevens verzenden via Bluetooth
1. Activeer de Bluetooth-functie.
2. Selecteer de toepassing waarin het item is
opgeslagen dat u wilt verzenden.
3. Ga naar het gewenste item en druk op <Opties>.
4. Kies Verzenden via → Bluetooth.
De telefoon zoekt naar apparaten en geeft een lijst
met beschikbare apparaten weer.
5. Selecteer een apparaat.
95