Inhoudsopgave
Advertenties
Apparaat inschakelen
Nadat het apparaat, zoals in het hoofdstuk montage en in
gebruik nemen is beschreven, klaar voor gebruik is opgesteld
kan het worden ingeschakeld.
1. De aan- / uit-schakelaar (6) naar de positie I drukken.
ð Het apparaat is in de standby-modus.
2. Druk op de toets On/Off (16).
ð Er klinkt een toonsignaal.
ð Het apparaat start in de bedrijfsmodus ventilatie met
ventilatorsnelheid 1.
ð De LED's On 17, Ventilatie (31) en
Ventilatorsnelheid 1 (19) branden.
Bedrijfsmodus instellen
Het apparaat beschikt over de volgende bedrijfsmodi:
• Luchtkoeling
• Ventilatie
• Luchtverfrissing
• Nachtmodus
• Verwarmingsfunctie
Luchtkoeling
De bedrijfsmodus luchtkoeling kan in de bedrijfsmodi ventilatie,
luchtverfrissing en nachtmodus tegelijk worden ingeschakeld.
Bij de bedrijfsmodus luchtkoeling wordt de pomp ingeschakeld
en het water via het verdampingsfilter verdeeld, voor het koelen
van de circulerende lucht.
Ga als volgt te werk voor het inschakelen van de luchtkoeling:
ü Het waterreservoir (13) bevat water, minimaal tot de
minimale watervulgrens.
1. Druk op de toets Luchtkoeling (27).
ð De LED Luchtkoeling (26) brandt.
ð De pomp start.
2. Druk op de toets Ventilatorsnelheid (18), voor het instellen
van de gewenste ventilatorsnelheid (1 tot en met 3).
3. Druk opnieuw op de toets Luchtkoeling (27), als u de
Luchtkoeling wilt uitschakelen.
ð De LED Luchtkoeling (26) gaat uit.
ð Het apparaat werkt verder in de eerder ingestelde
bedrijfsmodus met uitgeschakelde pomp, de
ventilatorsnelheid blijft hetzelfde.
Let op
Tijdens de bedrijfsmodus luchtkoeling mogen het
lucht- en verdampingsfilter niet worden verwijderd,
omdat anders het water uit het filter in het apparaat
druppelt.
Let op
Bevindt zich in het waterreservoir geen of te weinig
water, wordt de bedrijfsmodus luchtkoeling na 45 s
uitgeschakeld en klinkt een waarschuwingstoon.
NL
Ventilatie
In de bedrijfsmodus ventilatie kunnen alle 3 snelheidsniveaus
handmatig worden gekozen.
Ga als volgt te werk, voor het instellen van de ventilatorsnelheid:
1. Druk op de toets Mode (30), tot de LED Ventilatie (31)
brandt.
2. Voor het instellen van de ventilatorsnelheid, drukken op de
toets Ventilatorsnelheid (18), tot de LED voor de gewenste
Ventilatorsnelheid (19) brandt.
Luchtverfrissing
In de bedrijfsmodus Luchtverfrissing ontstaat een toe- en
afnemende ventilatorsnelheid, voor een aangename, natuurlijke
luchtstroom.
Ga als volgt te werk, voor het instellen van de Luchtverfrissing;
1. Druk op de toets Mode (30), tot de LED
Luchtverfrissing (29) brandt.
ð De ventilatorsnelheden wisselen automatisch.
Nachtmodus
Het apparaat werkt in de nachtmodus met een vooringesteld
programma met verschillende ventilatorsnelheden, om te
zorgen voor een aan de slaapbehoefte aangepaste luchtstroom.
De nachtmodus kan in combinatie met de 3 ventilatorsnelheden
en de Luchtkoeling worden ingeschakeld.
• Bij de ventilatorsnelheid 1 draait het apparaat permanent
met deze snelheid.
• Bij ventilatorsnelheid 2 schakelt het apparaat na een
bedrijfstijd van 30 minuten automatisch om naar de
ventilatorsnelheid 1 en blijft dan met deze snelheid
draaien.
• Bij ventilatorsnelheid 3 schakelt het apparaat in na een
bedrijfstijd van 30 minuten automatisch om naar
ventilatorsnelheid 2. Na een bedrijfstijd van nog eens
30 minuten, schakelt het apparaat automatisch om naar
ventilatorsnelheid 1 en draait dan continu met deze
snelheid.
Ga als volgt te werk voor het inschakelen van de Nachtmodus:
1. Druk op de toets Mode (30), tot de LED Nachtmodus (28)
brandt.
2. Druk op de toets Ventilatorsnelheid (18), tot de LED voor de
gewenste Ventilatorsnelheid (19) brandt.
luchtkoeler PAE 19 H
13
Advertenties
Inhoudsopgave
