4.7 Regeneratieluchtstroom afstellen
Maak een schatting van de drukval in het kanaalsysteem voor regeneratielucht en natte lucht aan de hand
van de volgende overwegingen:
Elke meter kanaallengte van Ø 80 mm geeft een drukval van 1,0 Pa (0,1 mm Wk).
■
Elke hoek van 90°of 45° in een kanaal van Ø 80 mm geeft een drukval van 1,0 Pa (0,1 mm Wk).
■
Een afvoer van Ø 80 mm (eventueel afgedekt met gaas) geeft een drukval van 20,0 Pa (2,0 mm Wk).
■
Wanneer de totale drukval meer bedraagt dan 100 Pa (10 mm Wk), moet de diafragmaplaat uit de toevoer
worden verwijderd.
Bij twijfel moet als volgt een controlemeting worden uitgevoerd:
Sluit een manometer aan op het drukmeetpunt voor de regeneratielucht. Indien de ontvochtiger op een
■
luchtkanaal is aangesloten, maakt u een gat in het knaal vlakbij de ontvochtiger om een aansluitpunt voor
de manometer te maken, zie Figuur 4.8 .
Lees de drukval af op de drukverschilmeter en volg de instructies in Tabel 4.1.
■
bij 50 Hz
80-180 Pa (8-18 mm Wk)
Minder dan 80 Pa (8 mm Wk)
Tabel 4.1 Drukval over diafragmaplaten
Figuur 4.8 Meten van de drukval
Manometer (b.v. U-buis)
11
Gemeten drukval
bij 60 Hz
160-280 Pa (16-28 mm Wk)
Minder dan 160 Pa (16 mm Wk)
Installatie
Onvoldoende luchtstroom
(VERWIJDER DIAFRAGMAPLAAT)
Diafragmaplaat 50 Hz of 60 Hz
M120
Opmerkingen
Voldoende luchtstroom
190TNL-1008-H1402