2.3 Werkwijze bij gevaar
Bij optreden van een fout of probleem moet de:
-
Installatie met de noodstop uitgeschakeld worden
-
De hoofdschakelaar uitschakelen en zekeren tegen onbevoegd inschakelen.
-
Fout of probleem oplossen
Na het oplossen van de fout of probleem, moet installatie weer aangezet worden.
2.3.1 Gevaar door elektrische spanning
Let op!
Werken aan de elektrische installatie mag alleen door een elektricien uitgevoerd
worden.
Dat na het werken aan de elektrische installatie alle beschermmaatregelen getest
worden
Let op – gevaar door spanning!
Als de hoofdschakelaar ingeschakeld is, kunnen de aansluitpunten van de
besturingskast en de motor netspanning voorkomen. Voor het inschakelen van een
Electrische apparaat moet de hoofdschakelaar uitgeschakeld worden en daarna
opnieuw worden gestart.
Aanvullende informatie:
-
Werk niet aan elektrische componenten die onder spanning staan
-
Kabels en leiding zo behandelen dat er geen thermische, mechanische en elektromagnetische
belastingen kunnen voorkomen. Volg de instructies in het hoofdstuk "Installatie"
-
Als alle schakelaars en componenten geïnstalleerd zijn, dan de schakelaar en componenten
afsluiten volgens de voorgeschreven wijze.
-
Beschadigde of lekkende elektrische apparatuur (controller, knoppen, motoren, enz.) moeten
onmiddellijk vervangen worden door nieuwe apparatuur.
-
Reparaties aan de elektrische onderdelen alleen uit te voeren met de voorgeschreven
middelen.
2.3.2 Gevaar door de bewegende schuif
Tussen de mestschuif en de vaste bouwdelen dient een veiligheidsafstand aangehouden te worden.
Vaste bouwdelen zijn muurdoorgangen, standpalen en de mest afstortbak, een veiligheidsafstand van
500 mm is toereikend. Als deze afstand niet bereikt kan worden dan dienen andere
veiligheidsmaatregelen getroffen te worden. Zoals het plaatsen van een hek.
Stel de waarde voor het uitschakelen van de schuif niet in op te hoge waarden, om een snelle
uitschakeling van de installatie bij gevaar te waarborgen.
2.3.2 Gevaar door het bewegende touw
Het touw mag nooit vastgehouden worden. Tijdens het in bedrijf zijn van de installatie mogen er geen
onbevoegde personen (in het bijzonder kinderen) in het werkgebied aanwezig zijn.
Controleer regelmatig de staat van het touw en de borging van de klemmen.
Spinder stalinrichting B.V.
8