uuControlelampjesu
Controlelampje
Storingsindicatielamp
Controlelampje
laadsysteem
Standindicator van de
schakelhendel
*1: Modellen met het sleutelloze toegangssysteem hebben een knop ENGINE START/STOP in plaats van een contactschakelaar.
* Niet beschikbaar op alle modellen
90
Naam
Aan/Knipperend
Gaat branden wanneer u de
●
contactschakelaar in de stand AAN
zet en gaat uit wanneer de motor start of
na enkele seconden als de motor niet
wordt gestart.
●
Gaat branden als er een probleem met de
emissieregelsystemen is.
●
Knippert wanneer overslaan in de cilinders
wordt ontdekt.
●
Gaat branden wanneer u de
contactschakelaar in de stand AAN
zet en gaat uit wanneer de motor start.
Gaat branden wanneer de accu niet wordt
●
opgeladen.
Geeft de huidige schakelhendelstand
●
weer.
*
Uitleg
Gaat branden tijdens het rijden - Laat
●
(
w
*1
uw voertuig door een dealer controleren.
Knippert tijdens het rijden - Stop op een
●
veilige plek waar zich geen brandbare
voorwerpen bevinden. Stop de motor
gedurende ten minste 10 minuten en
wacht totdat de motor is afgekoeld. Breng
uw voertuig vervolgens naar een dealer.
Storingsindicatielamp brandt of
2
knippert
BLZ. 586
●
Gaat branden tijdens het rijden -
(
w
*1
Schakel het klimaatregelsysteem en de
achterruitverwarming uit om het
elektriciteitsverbruik te verminderen.
Controlelampje laadsysteem
2
brandt
BLZ. 585
Schakelen
2
BLZ. 405, 407
Bericht
—