■
Staat van het voertuig
•
Er zijn sneeuwkettingen gemonteerd.
•
Rijden in de nacht of onder donkere omstandigheden (zoals in tunnels) met de koplampen
uitgeschakeld.
•
De groothoekcamera aan de voorkant is bedekt met vuil, mist, regen, modder, natte
sneeuw, afdichtingen, accessoires, stickers of een laagje op de voorruit.
•
De binnenkant van de voorruit is beslagen.
•
Er zitten resten op de voorruit als gevolg van de ruitenwissers.
•
Als de verlichting zwak is door vuil op de koplamplenzen of als het zicht in het donker slecht
is doordat de koplampen niet goed zijn afgesteld.
•
Een abnormale band- of wielconditie (onjuiste maat, verschillende maten of constructie,
onjuiste bandenspanning enz.).
•
Het voertuig kantelt als gevolg van zware voorwerpen in de bagageruimte of op de
achterbank.
•
De ophanging is aangepast.
•
Rijden met de parkeerrem ingeschakeld.
•
Het zicht van de camera wordt geblokkeerd door waterdruppels van de ruitensproeier of
door de wisserbladen.
•
De werking van het voertuig is instabiel door een gladde weg enz.
uuHonda SensinguBotsingsbeperkingssysteem (CMBS)
Wordt vervolgd
417