22
Het gebruik
van de
INTERN toets
1.
2.
4
Speciale toetsfuncties
4.1
De deurbelfunctie
Uw systeem kan dusdanig worden ingesteld dat u middels een piepend bedien-
deel kan worden gewaarschuwd wanneer iemand uw pand betreedt of verlaat. Dit
kunt u doen terwijl het systeem is uitgeschakeld via de zgn. ingebouwde deurbel-
functie. Als u deze functie heeft geactiveerd zult u drie pieptonen horen via het
bediendeel op het moment dat een deur of raam van de (buitenschil) wordt geo-
pend, en tevens zult u via het bediendeel kunnen zien dat het systeem niet gereed
is. Na een druk op de GEREED [*] toets worden de openstaande zones weergege-
ven.
LET OP: De deurbelfunctie kan alleen worden geactiveerd als het systeem NIET
is ingeschakeld.
De deurbelfunctie kan worden toegepast op zones die worden beveiligd met
magneetcontacten, maar ook op zones die worden beveiligd middels an-
dere detectiemiddelen zoals bijvoorbeeld passief infrarood melders,
glasbreukmelders, rookmelders, etc.. In de praktijk echter zal deze functie
het meest worden toegepast in combinatie met magneetcontacten.
Om de deurbelfunctie aan te zetten; voer uw gebruikercode in en druk op de
INTERN [9] toets.
Belmode aan
Om de deurbelfunctie uit te zetten; voer uw gebruikercode in en druk nog-
maals op de INTERN [9] toets.
Belmode uit
Het "Belmode aan" bericht verschijnt ongeveer
twee seconden in het display en verdwijnt hierna
vanzelf weer. Om dit bericht nogmaals weer te
geven (om te kijken of de deurbelfunctie aan of
uit staat), kunt u eenvoudigweg de INTERN [9]
toets gedurende 5 seconden ingedrukt hou-
den.
Het "Belmode uit" bericht verschijnt ongeveer
twee seconden in het display en verdwijnt hierna
vanzelf weer. Om dit bericht nogmaals weer te
geven (om te kijken of de deurbelfunctie aan of
uit staat), kunt u eenvoudigweg de INTERN [9]
toets gedurende 5 seconden ingedrukt hou-
den.