c.
Tik op "Reset" om het standaard helderheidsniveau in te stellen.
d.
Tik op "OK", om af te sluiten.
Opmerking
•
Het bereik en de standaardwaarde van de helderheid zijn afhankelijk van de netwerkcamera.
3.10.6 Automatische modus
U kunt de automatische modus instellen.
Opmerking
•
Afhankelijk van het model van de netwerkcamera zijn sommige funkties mogelijk niet beschikbaar.
Automatisch pannen
De netwerkcamera kan zodanig worden ingesteld, dat hij in horizontale richting (links-rechts) zijn gehele
beeldbereik kan filmen.
[Tijdens het weergeven van een videofeed van een netwerkcamera (bedieningsscherm)]
1.
Druk op /
MENU
2.
Tik op "Camera-instell.".
3.
Tik op "Automodus".
4.
Druk op "Autopan" en tik dan op "OK".
Tik om de automatische modus te annuleren op "UIT" en tik vervolgens op "OK".
*1
Preset-volgorde
U kunt de netwerkcamera achtereenvolgens meerdere vooraf ingestelde weergaveposities (presets) laten
weergeven.
[Tijdens het weergeven van een videofeed van een netwerkcamera (bedieningsscherm)]
1.
Druk op /
MENU
2.
Tik op "Camera-instell.".
3.
Tik op "Automodus".
4.
Druk op "Preset sequentie" en tik dan op "OK".
Tik om de automatische modus te annuleren op "UIT" en tik vervolgens op "OK".
*1
Automatisch volgen
U kunt de camera zodanig instellen, dat hij automatisch bewegende objecten volgt.
[Tijdens het weergeven van een videofeed van een netwerkcamera (bedieningsscherm)]
1.
Druk op /
MENU
2.
Tik op "Camera-instell.".
3.
Tik op "Automodus".
4.
Druk op "Auto tracking" en tik dan op "OK".
Tik om de automatische modus te annuleren op "UIT" en tik vervolgens op "OK".
*1
.
*1
.
.
*1
*1
3.10.6 Automatische modus
Bedieningsinstructies
91