OOrsprOnkelijke gebruiksaanwijzing | nederlands
MOTOREENHEID
12 WERKWIJZE EN MODELVARIANTEN VAN DE MOTOREENHEID
De motoreenheid zet de energie van de accu om en ondersteunt u bij het trappen.
De speed sensor op het achterwiel meet (met behulp van een magneet) de rijs-
nelheid. Als de gemeten rijsnelheid het uitschakelpunt* overschrijdt, schakelt de
motoreenheid de elektrische trapondersteuning automatisch uit. Zodra de rijsnel-
heid onder het uitschakelpunt daalt, start de elektrische trapondersteuning weer.
BELANGRIJK: De motoreenheid en de speed sensor zijn vast op uw elektrische fiets
geïnstalleerd en mogen niet worden gewijzigd. Als u wijzigingen aan de motoreen-
heid of aan de speed sensor zelf aanbrengt, kan dit de veiligheid en de werking van
het aandrijfsysteem aantasten.
13 AFBEELDINGEN VAN DE MOTOREENHEID
13.1 Gedetailleerd overzicht en componentnamen /
Posities op de elektrische fiets
A
Componentnamen
→
A.1
Motoreenheid (vast geïnstalleerde component)
→
A.2
Speed sensor + magneet
* Zoals beoogd schakelt de elektrische trapondersteuning uit zodra u een bepaalde (land- en productspecifieke)
snelheid bereikt of overschrijdt
A.1
A.2
23