Gebruikershandleiding
De printer onderhouden
De printer onderhouden
Voorkomen dat de printkop uitdroogt
Gebruik altijd de aan-uitknop voor het in- en uitschakelen van de printer.
Controleer of het aan-uitlampje uit is voordat u het netsnoer loskoppelt.
De inkt kan uitdrogen wanneer deze niet is afgedekt. Zorg ervoor dat u de printkop deugdelijk afdekt om te
voorkomen dat de inkt uitdroogt, net zoals u dat met een balpen of vulpen zou doen.
Wanneer tijdens het afdrukken het netsnoer wordt losgekoppeld of een stroomstoring optreedt, wordt de printkop
mogelijk niet goed afgedekt. Als u de printkop niet alsnog afdekt, droogt deze uit, waardoor de spuitkanaaltjes
(voor de inktuitvoer) verstopt raken.
Schakel in deze gevallen de printer zo snel mogelijk weer in en daarna weer uit om de printkop af te dekken.
Controleren of spuitkanaaltjes verstopt zijn
(spuitkanaaltjescontrole)
Als de spuitkanaaltjes verstopt zijn, worden de afdrukken vaag of ziet u strepen.
Wanneer de afdrukkwaliteit minder is geworden, gebruikt u eerst de spuitkanaaltjescontrole om te kijken of de
kanaaltjes verstopt zitten.
Controleren op verstopte spuitkanaaltjes (spuitkanaaltjescontrole)
— Bedieningspaneel
1. Laad gewoon A4-papier in de papiercassette.
2. Selecteer Onderhoud op het startscherm.
3. Selecteer PrintkopControle spuitm..
4. Volg de instructies op het scherm om het testpatroon af te drukken.
5. Controleer het afgedrukte patroon goed en voer vervolgens een van de onderstaande opties uit, afhankelijk
van de afdrukresultaten.
172