Gebruikersmenu
Uitgang programmeren
1. Open het gebruikersmenu en kies Systeemconfiguratie -
Wijzigen uitgangen.
Op het display ziet u een overzicht van de beschikbare
uitgangen.
2. Kies de uitgang die u wilt wijzigen.
Op het display ziet u de mogelijkheid om de naam en het
type van de uitgang te wijzigen.
3. Kies Naam om de uitgang een begrijpelijke naam te
geven. Dit doet u via het toetsenpaneel (zie afb. 4 op blz.
22).
Deze nieuwe naam wordt voortaan in alle menu's
gebruikt waarin deze uitgang voorkomt.
4. Kies Aan op om het tijdstip aan te geven waarop het
controlepaneel de uitgang moet inschakelen. Kies Uit op
om het tijdstip aan te geven waarop het controlepaneel
de uitgang moet uitschakelen. Als u de uitgang niet wenst
in of uit te schakelen op een bepaalde tijd stelt u de tijd
van deze twee keuzes in op 00:00.
Opm.:
U kunt de uitgang in en uitschakelen vanuit het
Gebruikersmenu - Uitgangen Aan/Uit (zie blz. 39. Hoe u
de uitgang met een afstandsbediening kunt schakelen
leest u op blz. 34.
Afstandsbedieningen
Afstandsbediening herprogrammeren
Met het menu Systeemconfiguratie - Afstandsbedieningen
kunt u de knoppen van een afstandsbediening
herprogrammeren.
1. Open het gebruikersmenu, kies Systeemconfiguratie
gevolgd door Afstandsbedieningen - Wijzig.
2. Druk op de knop waarvan u de functie wilt wijzigen.
Opm. Als u de betreffende afstandsbediening niet bij de hand
hebt kiest u Geen afstandsbediening. Op het display ziet
u een overzicht van de geregistreerde
afstandsbedieningen en hun gebruikers. Kies de
Blz. 34
496947 Editie 1