Printer aansluiten op een netwerk
Netwerkprinters installeren
Printer aansluiten op een netwerk
Als u een printer installeert en configureert voor gebruik op een netwerk, kunnen gebruikers op verschillende computers
afdrukken op een gemeenschappelijke printer. Er zijn drie manieren om de printer aan te sluiten op een netwerk:
•
Sluit de printer aan op een netwerkrouter met een rechtstreekse Ethernet-verbinding.
•
Configureer een draadloze netwerkverbinding voor de printer.
•
Sluit de printer rechtstreeks aan op een netwerkcomputer met de USB-kabel en deel de printer via het netwerk
(delen via peer-to-peer).
Opmerkingen:
–
Raadpleeg de installatie-instructies en de Gebruikershandleiding die bij het apparaat zijn geleverd als u een externe
afdrukserver (Lexmark
–
Als u de printer voor draadloos gebruik wilt instellen, moet de printer in de buurt staan van de computer waarmee
u de printer wilt configureren. Na de configuratie kan de printer worden verplaatst naar de uiteindelijke locatie.
De printer installeren op een netwerk
Volg de aanwijzingen voor de netwerkmethode die u wilt gebruiken. Controleer of het geselecteerde netwerk is ingesteld
en juist werkt, en dat alle relevante apparaten zijn ingeschakeld. Raadpleeg de netwerkdocumentatie of degene die
het netwerk heeft opgezet voor meer informatie over uw specifieke netwerk.
Printer installeren op extra netwerkcomputers
Als u de netwerkprinter installeert voor gebruik met meerdere computers op het netwerk, moet u de
verbindingsprocedure herhalen voor elke computer waarmee u wilt afdrukken naar de printer. Herhaal de procedure
voor "Ethernet-verbinding gebruiken" op pagina 31, "Draadloze netwerkverbinding gebruiken" op pagina 30 of
"Printerdeling" op pagina 32 , afhankelijk van de netwerkmethode die u hebt gekozen.
Opmerkingen:
•
U hoeft de printer niet opnieuw aan te sluiten op de computer met de USB-kabel voor elke extra installatie.
•
Als u een draadloze netwerkverbinding gebruikt, hoeft u de draadloze afdrukserver niet voor elke installatie opnieuw
te configureren.
•
De printer wordt tijdens de installatie gemarkeerd. Als er meerdere printers worden weergegeven in de lijst, moet
u de printer met het juiste IP-adres/MAC-adres selecteren. Zie voor meer informatie over het vaststellen van het
IP- of MAC-adres "MAC-adres zoeken" op pagina 34.
Draadloze netwerkverbinding gebruiken
Deze printer bevat een interne, draadloze afdrukserver waarmee de printer kan worden gebruikt op een draadloos
netwerk. U hebt wellicht de volgende instellingen van uw huidige draadloze netwerk nodig om de printer te configureren
voor gebruik op het netwerk:
•
De netwerknaam ook wel SSID genoemd
•
De draadloze modus (het type draadloos netwerk dat u gebruikt, Ad-hoc of Infrastructuur)
•
Het type beveiliging dat wordt gebruikt op het netwerk (WEP, WPA, WPA2)
•
Van toepassing zijnde beveiligingssleutels of wachtwoorden die worden gebruikt met het coderingstype van de
netwerkbeveiliging
1
Plaats de cd met printersoftware in de computer.
2
Selecteer Netwerkinstallatie en klik op Volgende.
TM
n4000e, n4050e of MarkNet
TM
n7000 series) wilt gebruiken.
30