4. Regeneratiezout
Het systeem mag alleen worden gebruikt met zouttabletten gemaakt van zuiver zout (NaCl) volgens DIN 10604 DIN
EN 973 Type A kan worden gebruikt. Het gebruik van andere zouten (strooizout, gebroken zout) kan leiden tot
vervuiling van het systeem en tot aanzienlijke schade veroorzaken. Gebruik alleen regeneratiezout.
5. Waarschuwingen voor gevaren
Gevaar door elektrische spanning – risico op elektrische schokken! Trek altijd de stekker uit het stopcontact voordat
u aan het systeem gaat werken! Als de kabelisolatie of elektrische componenten beschadigd zijn, moeten ze
onmiddellijk worden vervangen.
Gevaar door waterdruk!
Laat altijd de druk af en schakel het water op het montageblok uit voordat u aan het systeem gaat werken. Sluit
hiervoor eerst de buitenste kleppen en open vervolgens de middelste bypassklep.
Gevaar voor verontreiniging!
Pas het systeem aan het werkelijke waterverbruik aan om voor voldoende regeneratie te zorgen. Als het systeem
lange tijd niet wordt gebruikt, dient het correct buiten bedrijf gesteld te worden door een gespecialiseerd bedrijf.
Onderbreek nooit een (geforceerde) regeneratie.
6. onderhoud / service
Het systeem moet regelmatig door de gebruiker worden gecontroleerd op een goede werking. Jaarlijks onderhoud
voor technisch perfect functioneren door een gespecialiseerd bedrijf is aanbevolen.
Gebreken of storingen moeten onmiddellijk worden verholpen. De gebruiker moet ervoor zorgen dat er altijd
voldoende zout in het systeem zit om ervoor te zorgen dat het systeem naar behoren functioneert.
7. Opslag en transport
Het systeem mag alleen in de originele verpakking vervoerd worden. Opslag mag alleen vorstvrij zijn, niet bij sterke
warmtebronnen plaatsen. Let op de aanwijzingen op de buitenverpakking.
8. Installatie
•
Vul de pekelbak nog niet met zout!
•
De installatie van het systeem moet voldoen aan de geldende normen en voorschriften. Sluit voor aanvang
van de werkzaamheden de hoofdkraan.
•
Open vervolgens een kraan erachter en laat de waterdruk af.
•
Na de watermeter is de beste plaats om de waterontharder aan te sluiten.
•
Zet de waterontharder op de gewenste positie op de grond. Zorg ervoor dat plaats van opstelling vlak en
schoon is. Verbind de aansluitingen van de regelklep (1 "buitendraad) bij voorkeur met flexibele gepantserde
•
slangen. Besteed aandacht aan de input en output (pijlen) van de verbindingen met het systeem en
montageblok (niet verwisselen!).
•
Open de rode afsluitkleppen op de regelklep (moet parallel aan elkaar zijn). Controleer of alle verbindingen
dicht zijn.
4