Zorg dat externe communicatieapparaten niet te ver van het apparaat zijn
Controle 5
geplaatst.
Plaats externe communicatieapparaten niet te ver van het apparaat.
Zorg dat er geen belemmeringen zijn.
Controle 6
Draadloze communicatie tussen verschillende kamers of verschillende verdiepingen is over het algemeen
gebrekkig. Pas de locaties van de apparaten aan.
Zorg dat er geen stoorfactoren voor radiogolven in de buurt zijn.
Controle 7
Als in de buurt een apparaat (zoals een magnetron) staat dat dezelfde frequentieband gebruikt als het
draadloze station, kan dit apparaat storing veroorzaken. Plaats het draadloze station zo ver mogelijk weg van
de bron van de storing.
Wilt u 6 of meer apparaten verbinden?
Controle 8
U kunt maximaal 5 apparaten met de toegangspuntmodus verbinden.
Kan niet communiceren met het apparaat via het bedrade LAN
Zorg dat het apparaat is ingeschakeld.
Controle 1
Zorg dat de LAN-kabel correct is aangesloten.
Controle 2
Controleer of het apparaat met de LAN-kabel op de router is aangesloten. Als de LAN-kabel los zit, sluit u de
kabel goed aan.
Als de USB-kabel is aangesloten op de WAN-zijde van de router, sluit de kabel aan op de LAN-zijde van de
router.
Als het probleem niet is opgelost, volgt u de instructies op onze website om de installatie uit te voeren.
U kunt niet afdrukken of scannen vanaf een computer die op het
netwerk is aangesloten
Zorg dat de netwerkinstellingen van de computer correct zijn.
Controle 1
Raadpleeg de instructiehandleiding van de computer of neem contact op met de fabrikant voor informatie over
het instellen van de computer.
Als MP Drivers niet is geïnstalleerd, installeert u dit.
Controle 2
Installeer de MP Drivers vanaf onze website.
718