(5) Contactsleutel (4-8/19) naar links in „0"-positie draaien.
(6) De hendel voor werk- en extra hydrauliek vergrendelen
(1-2/pijl).
(7) Voertuig aan een wiel van de as, waarvan geen wiel
vervangen moet worden in beide richtingen tegen
wegrollen beveiligen.
(8) Wielmoeren van het wiel dat vervangen moet worden
zo ver losdraaien tot het verdere losdraaien zonder
lichamelijke inspanning mogelijk is.
(9) Geschikte krik (minimale draagcapaciteit 2,0 t) van
de ene kant onder de asbrug in het bereik van de
asbevestiging in het midden en veilig tegen wegglijden
plaatsen en de voor-/achteras zijdelings zo ver optillen tot
het wiel geen contact meer heeft met de bodem.
GEVAAR
- Krik door geschikte maatregelen tegen inzakken in de
bodem beveiligen.
- Op juiste zit van de krik letten.
(10) Wielmoeren helemaal losdraaien en verwijderen.
(11) Machine een beetje met krik naar beneden laten tot
de wielbouten vrij zijn.
(12) Wiel door bewegen van de wielnaaf wegtrekken, het
wiel aftrekken en op zij rollen.
(13) Nieuw wiel op planeetas opschuiven.
OPMERKING
- Op de profielstelling letten.
- Als de profielstelling van het nieuwe wiel niet passend
is, dient het wiel zo snel als mogelijk door een geschikt
wiel te worden vervangen.
(14) Wielmoeren met de hand losdraaien, indien nodig
vooraf invetten.
(15) Voor-/achteras met behulp van de krik neerlaten.
(16) Wielmoeren met koppelsleutel (300 Nm) aantrekken.
OPGEPAST
Na de eerste 8-10 bedrijfsuren wielmoeren opnieuw
vastrekken.
S050/S051/Z050
Beschrijving
4
4-7