•
De gebruiker is verantwoordelijk voor het naleven van de plaatselijk geldende veiligheids- en
installatievoorschriften. Raadpleeg indien nodig een elektrotechnisch specialist.
•
In geval van een storing of defect aan het apparaat, mogen reparatiewerkzaamheden aan het
apparaat alleen door gekwalificeerd personeel dan wel een elektricien uitgevoerd worden.
•
Het apparaat mag nooit leeglopen of gebruikt worden met een volledig gesloten aanzuigleiding.
Bij schade naar aanleiding van het gebruik bij een leegloop of zonder water bestaat er geen
recht op aanspraak van de garantie.
•
Het apparaat mag niet in de drinkwatercirculatie ingebouwd worden.
Veiligheidscontrole vóór het eerste gebruik
1.
U dient zeker te stellen, dat de netspanning en frequentie van het stroomnetwerk en de pomp
overeenstemmen. De pomp is voorzien van een door de fabrikant aangebrachte etiket met
daarop de betreffende informatie.
2. Zorg ervoor dat de pompas vrij kan draaien.
3. Vul het apparaat met water via de daarvoor bedoelde watertoegang, om eventuele lekkages te
constateren en te verhelpen.
4. Open alle eventueel aanwezige ventielen in het druk- en zuigsysteem en stel vast dat alle lei-
dingen aangesloten zijn.
5. Laat het water via de overloop of aanzuigmechanisme van het zwembad in de pomp lopen of
vul de aanzuigleiding en de pompeenheid handmatig met water.
6. Gebruik de pomp nooit als deze droog is en/of geen water bevat!
7. De pomp is ontworpen voor het gebruik bij schoonwater met een temperatuur van maximaal
35 ℃. Vermijd ieder ander gebruik.
Netaansluiting
Sluit het apparaat alleen op een correct aangesloten en geaard stopcontact met een netspanning van
230 V ~50 Hz aan.
Montage
•
Om lange aanzuigleidingen, welke het aanzuigvermogen aanzienlijk kunnen verminderen, te
vermeiden, dient het apparaat op dezelfde hoogte als het waterspiegel of lager aangesloten te
worden.
•
Bij vaste pompsystemen kan de elektrische pomp in de grond of bodem bevestigd worden.
Maak hierbij gebruik van de gaten in de bodemplaat.
•
De pomp dient op een droge, goed geventileerde en hoogwaterbestendige plaats afgesteld te
worden.
Leidingen aanleggen
•
De aanzuigleiding dient tegen onderdruk beschermd te zijn en circa 30 cm onder de waterspie-
gel van het zwembad te liggen. Hierdoor wordt de vorming van draaikolken en het ongewenst
doordringen van lucht voorkomen.
•
De buisverbindingen dienen volledig luchtdicht te zijn. Vermeid zoveel mogelijk buisbuigingen
en omleidingen.
•
De aanzuigleiding dient op de volledige lengte een helling van minimaal 2 % te hebben, zodat
er geen lucht in het systeem kan verblijven.
•
Er dient gekozen te worden voor een leiding met een diameter die gelijk is aan of groter is dan
de omtrek van uitgang van de pomp.
•
Aanzuig- en afvoerleidingen mogen in geen enkel geval op de pomp rusten. Let erop dat alle
aansluiting goed dicht zijn, zodat er geen water uitloopt en in het apparaat terecht kan komen.
Zo kan schade aan het apparaat worden voorkomen.
https://www.XPOtool.com
The Tool Experts
Artikel 51554–51562
pagina 4
08 2022-1