7.6 Justeren
Omdat de waarde van de valversnelling niet op elke plek op aarde gelijk is, dient elke
weegschaal aangepast te worden - conform de weegregel voortvloeiende uit regels
van natuurkunde - aan de valversnelling op de plaats van installatie van de
weegschaal (enkel indien de weegschaal niet eerder in fabriek is gejusteerd op de
plaats van installatie). Een dergelijk justeerproces dient men uit te voeren bij eerste
ingebruikname, na elke wijziging van locatie als ook bij temperatuurschommelingen
van de omgeving. Om nauwkeurige meetresultaten te verzekeren wordt het
aanvullend aanbevolen om de weegschaal ook cyclisch in de weegmodus te
justeren.
• Voor stabiele omgevingsomstandigheden zorgen. Voor opwarmingstijd
zorgen (zie hoofdstuk 1) die voor stabilisatie van de weegschaal nodig is.
• Vereist justeergewicht voorbereiden, zie hoofdstuk 1.
Het gewicht van het justeergewicht is van het weegbereik van de
weegschaal afhankelijk. Zo mogelijk dient het justeren te worden
doorgevoerd met een justeergewicht met een gewicht gelijk aan de
maximale last. Informatie over controlegewichten kan in internet worden
gevonden onder: http://www.kernsohn.com
• Geen voorwerpen mogen zich op het weegschaalplateau bevinden.
Uitvoering:
In de weegmodus de toets MODE drukken en gedrukt houden tot de aanduiding
<UnLoAd> verschijnt.
of
Menupunt„P2 CAL" opvragen en met de toets ZERO bevestigen.
Wanneer de aanduiding <LoAd> verschijnt, in het middel een justeergwicht
plaatsen (zie hoofdstuk 1 „Technische gegevens").
Na succesvolle stabilisatiecontrole wordt het justeren automatisch uitgevoerd.
Na succesvol justeren verschijnt de aanduiding "PASS". De weegschaal wordt
automatisch terug naar de weegmodus gezet.
Het justeergewicht afnemen.
15
PFB-BA-nl-1741