12
BLOKKEREN / UITSCHAKELEN VAN HET SYSTEEM
BLOKKEREN / UITSCHAKELEN VAN DETECTOREN
Een detector kan tijdelijk gedeactiveerd worden op dezelfde manier, waarop een gebruiker kan
worden geblokkeerd. Een detector wordt uitgeschakeld, als de activering ervan tijdelijk niet wenselijk is
(bijvoorbeeld een bewegingsmelder in een kamer met een huisdier of een tijdelijke uitschakeling van de
alarmsirene).
Alleen de systeemadministrator of servicetechnicus kunnen een detector uitschakelen. Een methode
voor het uitschakelen van een detector is Instellingen, Apparaten, Bypass en 'Ja' te kiezen op het LCD-
toetsenbord. Een andere optie is om lokaal of op afstand een detector via het programma J-Link uit te
schakelen door te klikken op de detector in de kolom Instellingen, Diagnostiek, Uitgeschakeld.
Een geblokkeerde (uitgeschakelde) detector wordt gemarkeerd met een gele (of rode) cirkel, totdat deze
opnieuw wordt ingeschakeld volgens dezelfde procedure.
UITSCHAKELING VAN SECTIES
Voor een tijdelijke deactivering van een deel van het systeem kunnen individuele secties worden
uitgeschakeld. Gedeactiveerde secties kunnen niet worden ingesteld (bijvoorbeeld om de bewaking van een
deel van een gebouw in aanbouw te deactiveren).
Een sectie kan lokaal of op afstand worden uitgeschakeld via het programma J-Link door te klikken op de
sectie in de kolom Instellingen, Sectie, Sectie uitgeschakeld. Een uitgeschakelde sectie wordt gemarkeerd
met een rode cirkel, totdat deze opnieuw wordt ingeschakeld volgens dezelfde procedure.
UITSCHAKELING VAN TIMERS
Om geautomatiseerde geplande gebeurtenissen in het systeem tijdelijk te deactiveren, kan de timer
worden uitgeschakeld.
De uitschakeling van een geplande gebeurtenis (bijvoorbeeld uitschakeling van het systeem van de
bewaking tijdens de nacht op een vooraf vastgesteld moment) stopt de uitvoering van deze gebeurtenis
(bijvoorbeeld tijdens de vakantie).
Een timer kan lokaal of op afstand worden uitgeschakeld via het programma J-Link door te klikken op de
sectie in de kolom Instellingen,Kalender, Geblokkeerd. Een uitgeschakelde timer wordt gemarkeerd met een
rode cirkel totdat deze opnieuw wordt ingeschakeld volgens dezelfde procedure.
AANPASSING VAN HET SYSTEEM
VERANDERING VAN DE TOEGANGSCODES VAN EEN GEBRUIKER
Als het systeem opgezet wordt met vooraf ingestelde codes, kan de gebruiker zijn code veranderen vanuit
het LCD-menu op het toetsenbord. De code kan worden gewijzigd op het LCD-toetsenbord na autorisatie
door Instellingen - Gebruikers - Gebruiker - Code te selecteren. Voor het invoeren van een nieuwe code
moet u naar de bewerkingsmodus omschakelen (de code begint te knipperen) door op Enter te drukken, de
nieuwe code invoeren en bevestigen door opnieuw op Enter te drukken. Na de voltooiing van de verande-
ringen moeten deze worden bevestigd door Opslaan te kiezen, als het systeem Instellingen opslaan? vraagt
Als het systeem opgezet wordt zonder vooraf ingestelde codes, kan alleen de systeemadministrator de
beveiligingscodes veranderen.
De systeemadministrator kan wijzigingen uitvoeren van zowel het LCD-toetsenbord als het programma
J-Link.